Rome apud S. Petrum; 8 kalendas januarii, pontificatus nostri anno primo.
Paus Honorius (III) beveelt aan de suffraganen van het bisdom Colonia en hun gelovigen, aan de elect van Colonia, aan de abten, prioren, dekenen, aartsdiakenen en andere prelaten in deze provincie, naar aanleiding van inbreuk op gegeven privileges - dit vooral op verzoek van abt en convent van Berna - dat zij die hun bezit, zaken of huizen, bij testament verworven, aantasten, alsook degenen die ondanks pauselijke indulten tegen hen een excommunicatie of interdict hebben uitgesproken, tenslotte ook degenen die van hen tienden afpersen - na een vermaning met brandende kaarsen - aldus moeten worden gestraft: clerici, kanunniken of monniken met suspendering van hun officie of beneficie, leken en clerici, die geweld gebruiken, met excommunicatie, en de dorpen ("ville"), waar het gestolen goed ligt opgeslagen, met een interdict.
Rome apud S. Petrum; 8 kalendas januarii, pontificatus nostri anno primo.
Paus Honorius (III) beveelt aan de suffraganen van het bisdom Colonia en hun gelovigen, aan de elect van Colonia, aan de abten, prioren, dekenen, aartsdiakenen en andere prelaten in deze provincie, naar aanleiding van inbreuk op gegeven privileges - dit vooral op verzoek van abt en convent van Berna - dat zij die hun bezit, zaken of huizen, bij testament verworven, aantasten, alsook degenen die ondanks pauselijke indulten tegen hen een excommunicatie of interdict hebben uitgesproken, tenslotte ook degenen die van hen tienden afpersen - na een vermaning met brandende kaarsen - aldus moeten worden gestraft: clerici, kanunniken of monniken met suspendering van hun officie of beneficie, leken en clerici, die geweld gebruiken, met excommunicatie, en de dorpen ("ville"), waar het gestolen goed ligt opgeslagen, met een interdict.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.345.
c. Gedrukte tekst in 0.B. De Fremery, nr.37.
Nota. Volgens het vidimus was het pauselijk charter gezegeld met de loden bul aan een rood-geel koord.