1293, feria quinta post Mediam Quadragesimam.
Schepenen van Buscoducis oorkonden, dat heer Johannes, cellier van het klooster Berne, en Jacobus van Beurghelen ter slechting van een geschil zijn overeengekomen aangaande de goederen in Hedechusen, die destijds door hem en zijn medeerven aan het klooster waren overgedragen, dat het klooster hem elk jaar, zijn leven lang, zal betalen 5 pond-leuvens en 1 mud tarwe en 1 mud gerst en niet meer zal terugkomen op eventueel geleden schade, en dat Jacobus van zijn kant afziet van zijn aanspraken op deze goederen.
1293, feria quinta post Mediam Quadragesimam.
Schepenen van Buscoducis oorkonden, dat heer Johannes, cellier van het klooster Berne, en Jacobus van Beurghelen ter slechting van een geschil zijn overeengekomen aangaande de goederen in Hedechusen, die destijds door hem en zijn medeerven aan het klooster waren overgedragen, dat het klooster hem elk jaar, zijn leven lang, zal betalen 5 pond-leuvens en 1 mud tarwe en 1 mud gerst en niet meer zal terugkomen op eventueel geleden schade, en dat Jacobus van zijn kant afziet van zijn aanspraken op deze goederen.
b. Gedrukte tekst in O.B. De Fremery, en wel - nota bene - in volledige tekst onder nr.282, maar onder de verkeerde, niet naar de paasstijl herleide datum 5 maart 1293; en in onvolledige tekst onder nr.292, juist gedateerd: 1 april 1294.