Des saterdaghes na Sente-Mathijsdach apostels.
Johan, heer van Hoesden, ridder, oorkondt, dat hij de overdracht goedkeurt van het erfgoed van vrouwe Jutte, vrouw van Jan Brustijn, door haar gedaan aan haar zoon Brustijn en zijn vader Jan in een Heusdense schepenakte.
Des saterdaghes na Sente-Mathijsdach apostels.
Johan, heer van Hoesden, ridder, oorkondt, dat hij de overdracht goedkeurt van het erfgoed van vrouwe Jutte, vrouw van Jan Brustijn, door haar gedaan aan haar zoon Brustijn en zijn vader Jan in een Heusdense schepenakte.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.83. Nota. Geen paasstijl verondersteld, zie Inleiding.