Anno Domini 1477.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat heer Petrus van Vertaing, ridder, heer van Hezewijck, Dinther, Gestel etc., heeft toegezegd aan Deynaldus z.v.w. Henricus Deynenzn, dat hij hem van nu af aan betalen zou de cijns van 15 gulden uit een veld, de Meercamp, groot 8 bunder- en gelegen in Macharen aan de Ossermeer, nader gesitueerd, alsook eventueel uit zijn andere goederen; welke cijns Deynaldus destijds had verkocht aan Hermannus Coenen en Theodericus z.v.w. Henricus Pelgrum, alias Henricxzn.
Anno Domini 1477.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat heer Petrus van Vertaing, ridder, heer van Hezewijck, Dinther, Gestel etc., heeft toegezegd aan Deynaldus z.v.w. Henricus Deynenzn, dat hij hem van nu af aan betalen zou de cijns van 15 gulden uit een veld, de Meercamp, groot 8 bunder- en gelegen in Macharen aan de Ossermeer, nader gesitueerd, alsook eventueel uit zijn andere goederen; welke cijns Deynaldus destijds had verkocht aan Hermannus Coenen en Theodericus z.v.w. Henricus Pelgrum, alias Henricxzn.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.545.
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota. Het charter is een heruitvaardiging. Zie hierover in de Inleiding in dit boek, onder de
titel: De "quasi-originelen", waar dit stuk apart wordt besproken en afgebeeld.