Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Johanna, dochter van Daniel van Rycartsfoirt, aan meester Willem van den Bosch een jaarlijkse erfcijns verkocht heeft ten behoeve van de armenhuizen naast de Vismarkt te ’s-Hertogenbosch, rustend op een huis en erf aldaar boven het openbaar straatje ‘dat Neyststraetken’, tussen het erfgoed van Rodolf Doncker enerzijds en tussen dat straatje, strekkend vanaf de ‘Kerstraet’ naar het erfgoed van Godfried van Vaerlaer. Johanna belooft als verkoopster de onderpanden voor de betaling van de cijns altijd van waarde te houden, op voorwaarde dat zij de cijns altijd kan terugkopen met 321/2 Rijnsgulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige betalingen, zoals Arnoud van Vladeracken, magister en rector van de armen, openlijk heeft erkend en onder verband van alle goederen van de armen aan Johanna heeft beloofd.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Gerard van Eijck en Jan Dachverlies. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Johanna, dochter van Daniel van Rycartsfoirt, aan meester Willem van den Bosch een jaarlijkse erfcijns verkocht heeft ten behoeve van de armenhuizen naast de Vismarkt te ’s-Hertogenbosch, rustend op een huis en erf aldaar boven het openbaar straatje ‘dat Neyststraetken’, tussen het erfgoed van Rodolf Doncker enerzijds en tussen dat straatje, strekkend vanaf de ‘Kerstraet’ naar het erfgoed van Godfried van Vaerlaer. Johanna belooft als verkoopster de onderpanden voor de betaling van de cijns altijd van waarde te houden, op voorwaarde dat zij de cijns altijd kan terugkopen met 321/2 Rijnsgulden en met de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige betalingen, zoals Arnoud van Vladeracken, magister en rector van de armen, openlijk heeft erkend en onder verband van alle goederen van de armen aan Johanna heeft beloofd.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Gerard van Eijck en Jan Dachverlies.