Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Aleid en Judith, dochters van wijlen Peter Danielss. en wijlen Cunera, die hun zuster Johanna, non in het Clarissenklooster te Boxtel, willen begunstigen, een jaarlijkse erfcijns van acht Carolusgulden beloofd hebben aan Dirk van Kessel ten behoeve van het klooster uit een huis, erf, tuin en aanliggend akkerland van een mulder in de parochie van Oss bij de kerk, tussen het erfgoed van Hendrik Lamberts enerzijds en verder aan beide zijden tot de gemene plaats, en dat zij waarschap beloofd hebben, behalve voor een jaarlijkse erfcijns van zes gulden aan Maria van Oss en een jaarlijkse erfpacht van twee sister rogge aan Hendrik Arntss.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Andreas van Luijck en Willem Oliviers. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Aleid en Judith, dochters van wijlen Peter Danielss. en wijlen Cunera, die hun zuster Johanna, non in het Clarissenklooster te Boxtel, willen begunstigen, een jaarlijkse erfcijns van acht Carolusgulden beloofd hebben aan Dirk van Kessel ten behoeve van het klooster uit een huis, erf, tuin en aanliggend akkerland van een mulder in de parochie van Oss bij de kerk, tussen het erfgoed van Hendrik Lamberts enerzijds en verder aan beide zijden tot de gemene plaats, en dat zij waarschap beloofd hebben, behalve voor een jaarlijkse erfcijns van zes gulden aan Maria van Oss en een jaarlijkse erfpacht van twee sister rogge aan Hendrik Arntss.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Andreas van Luijck en Willem Oliviers.