Meester Jacob van der Cammen, licentiaat in de rechten, raad en rentmeester van ’s-Hertogenbosch, sindicus van het minderbroedersklooster te ’s-Hertogenbosch, gemachtigd op 31 december 1627 voor openbaar notaris Joachim Stro door J(ohan) van Aldringen, sindicus van het minderbroedersklooster van de strikte observantie van Sint-Franciscus te Luxemburg, goedgekeurd door Jozef Bergaigne, commissaris generaal van de minderbroeders, te Brussel op 28 januari 1628, heeft een jaarlijkse erfrente van 22 gulden en tien stuiver overgedragen aan Dirk van Kessel ten behoeve van het Clarissenklooster te Boxtel.
Getuigen zijn schepenen van ’s-Hertogenbosch: Albert van den Dungen en Peter van den Berg. i
Meester Jacob van der Cammen, licentiaat in de rechten, raad en rentmeester van ’s-Hertogenbosch, sindicus van het minderbroedersklooster te ’s-Hertogenbosch, gemachtigd op 31 december 1627 voor openbaar notaris Joachim Stro door J(ohan) van Aldringen, sindicus van het minderbroedersklooster van de strikte observantie van Sint-Franciscus te Luxemburg, goedgekeurd door Jozef Bergaigne, commissaris generaal van de minderbroeders, te Brussel op 28 januari 1628, heeft een jaarlijkse erfrente van 22 gulden en tien stuiver overgedragen aan Dirk van Kessel ten behoeve van het Clarissenklooster te Boxtel.
Getuigen zijn schepenen van ’s-Hertogenbosch: Albert van den Dungen en Peter van den Berg.