Notaris Zaymannus Judoci oorkondt dat heer Arnoldus de Harler, ridder, en zijn vrouw Aleidis Pyecks, wonend in de parochie Nieuwaal, hun testament maken, waarbij ze legateren: aan de kerkfabriek van Utrecht, de kerkfabriek van hun parochie, hun pastoor en koster ieder 1 grote tournoois; aan Walramus de Asperen et de Vuern wegens bewezen diensten een erfrente van 40 filippusschild na hun beider dood; van de overige goederen zijn erfgenaam vrouwe Margarita van Harler, echtgenote van heer Johannes van Sinte Gorijcx, ridder, en de bloedverwanten van vrouwe Aleidis, op voorwaarde dat de verdeling moet plaatsvinden voor de schepenbank van Poederoyen. Ze maken tevens een testament voor de langstlevende (omdat ze in op- noch neergaande lijn directe bloedverwanten hebben) en bepalen dat die met de erfenis naar believen mag handelen, (met de latere toevoeging) na advies van (als ze dan nog leven) heer Thomas te Driel, procurator van de kartuizers in Constantinopel van het Heilige Sophia in Vught, afwezig, en meester Adrianus de Mera en Roesdolphus van den Steenhuys, pastoors respectievelijk van Herwijnen en Zuilichem, en Walramus de Asperen et de Vuern, daar aanwezig. Gedaan in het woonhuis of kasteel van heer Arnoldus in de parochie Nieuwaal.
Notaris Zaymannus Judoci oorkondt dat heer Arnoldus de Harler, ridder, en zijn vrouw Aleidis Pyecks, wonend in de parochie Nieuwaal, hun testament maken, waarbij ze legateren: aan de kerkfabriek van Utrecht, de kerkfabriek van hun parochie, hun pastoor en koster ieder 1 grote tournoois; aan Walramus de Asperen et de Vuern wegens bewezen diensten een erfrente van 40 filippusschild na hun beider dood; van de overige goederen zijn erfgenaam vrouwe Margarita van Harler, echtgenote van heer Johannes van Sinte Gorijcx, ridder, en de bloedverwanten van vrouwe Aleidis, op voorwaarde dat de verdeling moet plaatsvinden voor de schepenbank van Poederoyen. Ze maken tevens een testament voor de langstlevende (omdat ze in op- noch neergaande lijn directe bloedverwanten hebben) en bepalen dat die met de erfenis naar believen mag handelen, (met de latere toevoeging) na advies van (als ze dan nog leven) heer Thomas te Driel, procurator van de kartuizers in Constantinopel van het Heilige Sophia in Vught, afwezig, en meester Adrianus de Mera en Roesdolphus van den Steenhuys, pastoors respectievelijk van Herwijnen en Zuilichem, en Walramus de Asperen et de Vuern, daar aanwezig. Gedaan in het woonhuis of kasteel van heer Arnoldus in de parochie Nieuwaal.