Jasper van Esch, stadhouder van de lenen van de abt van Echternach in Luxemburg, verklaart ontvangen te hebben van de kartuizers in Vught wegens een deel van de tiende Ten Heytraeck onder Deurne, leengoed van de abt, 6 rijnsgulden van 20 stuiver ieder voor heergewaden-, stadhouders-, 'camerlinck'- en klerkenrecht en de rest 'van gratien' kwijtgescholden te hebben.
Jasper van Esch, stadhouder van de lenen van de abt van Echternach in Luxemburg, verklaart ontvangen te hebben van de kartuizers in Vught wegens een deel van de tiende Ten Heytraeck onder Deurne, leengoed van de abt, 6 rijnsgulden van 20 stuiver ieder voor heergewaden-, stadhouders-, 'camerlinck'- en klerkenrecht en de rest 'van gratien' kwijtgescholden te hebben.