Marcelus die Lu, Godefridus de Erpe, Johannes Bathensoen en Petrus de Erpe, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Godefridus van der Spanck heeft verkocht aan Johannes, zoon van wijlen Theodericus.Roetart, een akker land, geheten die Stoeracker, gelegen in de parochie Bucstel in de jurisdictie van Lyemde, in Vrilichoven, met aan beide zijden Jacobus en Willelmus, kinderen van wijlen Johannes de Meyel, alsmede 2 bunder beemd, gelegen in de parochie alsvoren bij de "perric" van Bucstel in Wychmansbroec, tussen Willemus de Meyelsfoirt en de erfgenamen van wijlen Wolterus Mariensoen, strekkende tot aan de "perric" voornoemd, welke landen de verkoper verkregen heeft van Theodericus zoon van wijlen Jan henricssoen, die ze verkreeg wegens gebrek aan betaling van een pacht van 11,5 malder rogge, welke pacht Jacob van Vrilichoven bij acte van 17 augustus 1396 gevestigd had ten behoeve van Dirck Uyttenvalckhuijse.
Marcelus die Lu, Godefridus de Erpe, Johannes Bathensoen en Petrus de Erpe, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Godefridus van der Spanck heeft verkocht aan Johannes, zoon van wijlen Theodericus.Roetart, een akker land, geheten die Stoeracker, gelegen in de parochie Bucstel in de jurisdictie van Lyemde, in Vrilichoven, met aan beide zijden Jacobus en Willelmus, kinderen van wijlen Johannes de Meyel, alsmede 2 bunder beemd, gelegen in de parochie alsvoren bij de "perric" van Bucstel in Wychmansbroec, tussen Willemus de Meyelsfoirt en de erfgenamen van wijlen Wolterus Mariensoen, strekkende tot aan de "perric" voornoemd, welke landen de verkoper verkregen heeft van Theodericus zoon van wijlen Jan henricssoen, die ze verkreeg wegens gebrek aan betaling van een pacht van 11,5 malder rogge, welke pacht Jacob van Vrilichoven bij acte van 17 augustus 1396 gevestigd had ten behoeve van Dirck Uyttenvalckhuijse.