Ghiselbertus Haeck en Johannes Kanapert Johanss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen Paulus Coppensoen,en zijn vrouw Heilwig, dochter van wijlen Theodericus Roetarts, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt:
a. 1/4 van een erfpacht van 4,5 lopen rogge, gaande uit een erve, gelegen te Lyemde tussen de gemene strate en Willelmus Roefssoen, alsmede uit een stuk land, geheten Heilwigs buenre, gelegen tussen de gemeint en Johannes van den Hoeve, welke erfpacht Petrus, zoon van Johannes Roetart, gevestigd had ten behoeve van zijn broeder Johannes, die hem overdroeg aan Gerardus, zoon van wijlen Henricus;
b. 1/4 van een erfpacht van van 8 lopen rogge, gaande uit een stuk land onder Lyemde, tussen.Wilelmus de Dormalen en Michaelus van den Velde, welke erfpacht Gerardus zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, verkregen had van Theodoricus, natuurlijke broeder van wijlen Andreas Scoteldreyers de Bucstel en Arnoldus de Roesel, man van Katherine, natuurlijke dochter van Andreas voorn.
c. 1/4 van een cijns van 40 solidi, gaande uit 1,5 hont land, gelegen onder Lyemde tussen Willelmus de Engelen en Alardus Reymbouts, voorts uit 2 hont land tussen het erve van de abt van St.Truiden en Hubertus Claessoen, welke erfpacht Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, verkregen had van Sophia, dochter van wijlen Henricus Roeskens, zoon van wijlen Franciscus Roeskend, van Johannis, zoon van wijlen Henricus Libensoen, Johannes de Aerle en Rutgherus, zoon van wijlen Henricus Hessels
Ghiselbertus Haeck en Johannes Kanapert Johanss, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen Paulus Coppensoen,en zijn vrouw Heilwig, dochter van wijlen Theodericus Roetarts, hebben opgedragen aan Martinus de Elmpt:
a. 1/4 van een erfpacht van 4,5 lopen rogge, gaande uit een erve, gelegen te Lyemde tussen de gemene strate en Willelmus Roefssoen, alsmede uit een stuk land, geheten Heilwigs buenre, gelegen tussen de gemeint en Johannes van den Hoeve, welke erfpacht Petrus, zoon van Johannes Roetart, gevestigd had ten behoeve van zijn broeder Johannes, die hem overdroeg aan Gerardus, zoon van wijlen Henricus;
b. 1/4 van een erfpacht van van 8 lopen rogge, gaande uit een stuk land onder Lyemde, tussen.Wilelmus de Dormalen en Michaelus van den Velde, welke erfpacht Gerardus zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, verkregen had van Theodoricus, natuurlijke broeder van wijlen Andreas Scoteldreyers de Bucstel en Arnoldus de Roesel, man van Katherine, natuurlijke dochter van Andreas voorn.
c. 1/4 van een cijns van 40 solidi, gaande uit 1,5 hont land, gelegen onder Lyemde tussen Willelmus de Engelen en Alardus Reymbouts, voorts uit 2 hont land tussen het erve van de abt van St.Truiden en Hubertus Claessoen, welke erfpacht Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, verkregen had van Sophia, dochter van wijlen Henricus Roeskens, zoon van wijlen Franciscus Roeskend, van Johannis, zoon van wijlen Henricus Libensoen, Johannes de Aerle en Rutgherus, zoon van wijlen Henricus Hessels