Steven Vermeer en Jacob Focanus, schepenen van 's-Hertogenhosch, getuigen dat Dirck sone wijlen Jan Vogel bij schepenbrief van 8 mei 1455 een cijns van 2 pond heeft gevestigd ten behoeve van de natuurlijke kinderen van Jan die Rademaecker, gaande uit een huis c.a. in Berlikum in Middelrode bij de kapel, welke cijns volgens een dorsale aantekening op de schepenbrief op
28 september 1641 door Meriken, huisvrouw van Matthys Adriaens bij het Mannengasthuis te Esch zou zijn afgekocht, waarvan evenwel geen kwitantie is, alsook geen afschrijving in het schepenprotocol, zodat Hendrick Hendricksz. Maes, gehuwd met Meriken voorn., beloofd heeft het Mannengasthuis deze cijns jaarlijks te zullen gelden
Steven Vermeer en Jacob Focanus, schepenen van 's-Hertogenhosch, getuigen dat Dirck sone wijlen Jan Vogel bij schepenbrief van 8 mei 1455 een cijns van 2 pond heeft gevestigd ten behoeve van de natuurlijke kinderen van Jan die Rademaecker, gaande uit een huis c.a. in Berlikum in Middelrode bij de kapel, welke cijns volgens een dorsale aantekening op de schepenbrief op
28 september 1641 door Meriken, huisvrouw van Matthys Adriaens bij het Mannengasthuis te Esch zou zijn afgekocht, waarvan evenwel geen kwitantie is, alsook geen afschrijving in het schepenprotocol, zodat Hendrick Hendricksz. Maes, gehuwd met Meriken voorn., beloofd heeft het Mannengasthuis deze cijns jaarlijks te zullen gelden