Henrick Henricx van Eyndhoven en Henrick Aert van Groenendael, schepenen van Esch, verklaren dat Johan Geraert de Vrise tot Wesenbergh, mede namens de graaf van Berloo, zijn zwager en Elisabeth en Catharina Muyckens, een erfscheiding heeft aangegaan met Herman Pelgrom, provisor van het Arme Mannengasthuis, waarbij van zekere hooikamp genaamd Den Postel een vijfde part, groot ca. 2 hont, is afgescheiden ten behoeve van het gasthuis
Henrick Henricx van Eyndhoven en Henrick Aert van Groenendael, schepenen van Esch, verklaren dat Johan Geraert de Vrise tot Wesenbergh, mede namens de graaf van Berloo, zijn zwager en Elisabeth en Catharina Muyckens, een erfscheiding heeft aangegaan met Herman Pelgrom, provisor van het Arme Mannengasthuis, waarbij van zekere hooikamp genaamd Den Postel een vijfde part, groot ca. 2 hont, is afgescheiden ten behoeve van het gasthuis