Johan Mathyssoen, Johan die Tay, Johan Hondertpont, Johan van Bychlaer, Jacop Mariensoen, Boudewyn die Rademeker en Willem Willemssoen van der Velde, schepenen van Liempde, verklaren, dat Lodewych bastart van Bocxtel, momber van Katherine zijn vrouw, beloofd heeft geen aanspraken te doen gelden op de boedel van Herbrecht ver Metthensoen van Vrilichoven, maar dat de volgende personen het goed zullen delen: Johan en Jacop, zonen van Lambrecht, die een broeder was van Herbrecht voornoemd; Henric Henric Manssoen, man van Mechteld, dochter van Lambrecht; Lysbeth, natuurlijke dochter van Lambrecht; Johan en Lambrecht, kinderen van Johan Monic, broeder van Herbrecht; Arnt Henric Manssoen, man van Mette, dochter van Johan Monics voornoemd; Godevart Boudewynssoen, man van Mette, natuurlijke dochter van Henric Byes, broeder van Herbrecht.
Johan Mathyssoen, Johan die Tay, Johan Hondertpont, Johan van Bychlaer, Jacop Mariensoen, Boudewyn die Rademeker en Willem Willemssoen van der Velde, schepenen van Liempde, verklaren, dat Lodewych bastart van Bocxtel, momber van Katherine zijn vrouw, beloofd heeft geen aanspraken te doen gelden op de boedel van Herbrecht ver Metthensoen van Vrilichoven, maar dat de volgende personen het goed zullen delen: Johan en Jacop, zonen van Lambrecht, die een broeder was van Herbrecht voornoemd; Henric Henric Manssoen, man van Mechteld, dochter van Lambrecht; Lysbeth, natuurlijke dochter van Lambrecht; Johan en Lambrecht, kinderen van Johan Monic, broeder van Herbrecht; Arnt Henric Manssoen, man van Mette, dochter van Johan Monics voornoemd; Godevart Boudewynssoen, man van Mette, natuurlijke dochter van Henric Byes, broeder van Herbrecht.