1575 maart 24.
Verklaring dat Anna van Steenhuys, vrouwe van Opploe, en Jaspar van Beeck, de gevolmachtigde van die van Beeck, Loon, etc. , hun stukken betreffende hun proces over de afgegraven en "ingeworpen" gemene gronden - hebben overgelegd aan de scholtis, burgemeesteren en schepenen der stad van den Grave, de door het Hof van Brabant aangestelde commissarissen.
Op huyden den XXIIIJ Meerte XVc vijff ende tseventich.
Afschrift (inventarisnummer 28)
1575 maart 24.
Verklaring dat Anna van Steenhuys, vrouwe van Opploe, en Jaspar van Beeck, de gevolmachtigde van die van Beeck, Loon, etc. , hun stukken betreffende hun proces over de afgegraven en "ingeworpen" gemene gronden - hebben overgelegd aan de scholtis, burgemeesteren en schepenen der stad van den Grave, de door het Hof van Brabant aangestelde commissarissen.
Op huyden den XXIIIJ Meerte XVc vijff ende tseventich.
Afschrift (inventarisnummer 28)