Mill ligt landinwaarts, de Maas ligt kilometers verder naar het oosten. In het noorden stroomt de Raam. Ten westen, aftakkend van de Raam, is het Peelkanaal gegraven door de voormalige woeste gronden.
Rondom Mill hebben aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw grootschalige ontginningen plaatsgevonden. Van de voormalige heidegronden rondom Mill is dan ook niets meer over. Slechts een enkele naam als Molenheide herinnert ons nog aan de tijden van weleer.
De Hoge Raad van Adel verleende op 20 februari 1816 aan Mill het volgende gemeentewapen: “Zijnde van lazuur beladen met Sint Willibrordus van goud”.
De keuze voor Sint Willibrordus lag voor de hand: Willibrord is de beschermheilige van Mill. De schepenen gebruikten vóór de Franse Tijd de schutspatroon ook al op hun zegel: het ‘nieuwe’ gemeentewapen was gelijk aan het schependomszegel dat rond 1800 werd gesneden. Op een ouder schepenzegel staat Willibrordus ook afgebeeld, maar dan met een boek in zijn rechterhand en naast hem een schildje, waarop een vogel zit.
Bevolking
In het verleden was de gemeente Mill een heel stuk kleiner. Bij de volkstelling van 1795 woonden er 1.041 inwoners in Mill en 269 in Sint Hubert. In 1829 was dat aantal gegroeid tot 2.150 inwoners. Twintig jaar later was het aantal al gegroeid tot 2.425 inwoners. In 1859 is de gemeente echter weer terug op het niveau van 1829, vrijwel zeker als gevolg van een emigratiegolf naar Amerika. Daarna groeit de bevolking heel geleidelijk tot boven de 3.000. We zitten dan inmiddels rond 1910.
Brabants Historisch Informatie Centrum