Hij werd onderwijzer te Eersel en later op de R.K. H.B.S voor de Kempen.
Intussen bleef Arjen veel energie steken in zijn studie van het regionale verleden. Zijn belangstelling ging in het bijzonder uit naar de geologie en de pre- en protohistorie. Zo deed hij opgravingen in de Eindhovense stadskern. In 1965 nam hij samen met Hein Mandos van mgr. dr. G. Bannenberg de organisatie over van de archeologische studiedagen in Boxtel. Deze taak zou hij tot 1976 vervullen.
Al in 1950 had Arjen een uitvoerige beschouwing gewijd aan problemen rond de vroegste geschiedenis van Eindhoven. Geïnspireerd door binnen- en buitenlandse literatuur ontwikkelde hij later een geheel eigen zienswijze op de geschiedenis van de vroege Middeleeuwen en het ontstaan van de dorpen. Zo werd hij de grondlegger van de historische geografie van de Kempen. In 1971 zette hij zijn ideeën uitvoerig uiteen in het boek ‘De Acht Zaligheden’. Zijn theorieën zouden later archeologen van vooral de Amsterdamse universiteiten inspireren tot het opgraven van middeleeuwse nederzettingen.
In 1980 staakte hij zijn activiteiten als bestuurder en redactielid van Brabants Heem. Een jaar later ging hij met pensioen. Arjen overleed op 10 februari 1990 te Eindhoven.
Streekarchivaris W.H. Cornelissen onderhield in de jaren '80 af en toe contact met hem inzake de ontstaansgeschiedenis van Veghel, Mariaheide, Zijtaart, Erp e.o.
De onderhavige collectie Kakebeek betreft kaartjes en topgrafische studies welke vermoedelijk als de grondslag daarvoor zijn gebruikt.
In 1984 en 1986 is in de jaarverslagen vermeld dat de heer Kakebeeke de historische ontwikkeling heeft verklaard van resp. Erp en Veghel aan de hand van historisch geografische kenmerken.
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.