Archieven

1 Jan Hendrix van de Elst en zijn vrouw Gijske Kerstens maken een wederzijds testament op waarbij de langstlevende tot universeel erfgenaam wordt benoemd. Na diens dood gaan de goederen naar de naaste vrienden en erfgenamen van beider zijde.

2 Peter Barten; Willem Hofmans en Johannes Hofmans als bloedmomboirs over het minderjarig kind van wijlen Kersten Claassen uit zijn huwelijk met Johanna Peters; Arnoldus Hombergen, weduwnaar van Theodora Jilissen, geassisteerd met Aart Peters van Daal en Adriaan Hombergen als bloedmomboirs over zijn minderjarige kinderen; Claas Jilissen en zijn vrouw Allegonda Barten; allen kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van wijlen Jilis Dirx en zijn vrouw Petronella Hofmans, verklaren tezamen een magescheid te hebben gehouden. Daarbij wordt o.a. bepaald dat elke partij een gedeelte zal bijdragen in de kosten van verzorging en onderhoud van Margareta Gerrits, weduwe van Dirk Delissen. Zij zullen eveneens haar begrafenis verzorgen zoals Jilis Dirx bij contract van 18 maart 1750 op zich genomen had. Het eerste lot, bestaande uit een huis, schuur, brouwerij en stokerij met ketel en kuipen, en aangelegen land grenzend oostw. aan de gemeene straat,, westw. en zuidw. aan Mevr. van Heukelom en noordw. aan Professor Winter en het kerkhof; idem een perceel land genaamd den Brunkumschen mergen. palend oostw. aan Geurt Coenen, westw. en noordw. aan den gemeenen weg en zuidw. aan het Weems campke; idem een perceel land genaamd het Klootje, palend oostw. en zuidw. aan Prof. Winter, westw. aan den gemeenen weg en noordw. aan Theodorus van Middegaal. Alle percelen zijn leenroerig aan het hoogadelijk Huis Broekhuijzen. Het laatste perceel is ook nog belast met 3 stuivers aan de Heer van Duckenburgh. Dit lot valt ten deel aan Claas Jilissen en zijn vrouw Allegonda Barten. Het tweede lot bestaat uit goederen die alle onder Heeswijk, ressort Cuijk, gelegen zijn.

3 Francis Graat, weduwnaar van Catharina Cox laat t.b.v. zijn erfgenamen zijn bezittingen inventariseren. Daartoe behoren o.a. een huis met stallen en grond gelegen onder Beugen, grenzend oostw. en zuidw. aan de gemeene straat, westw. aan Gerrit Huijbers en noordw. aan Jan Jans, jaarlijks belast met een afdracht aan het Comptoir te Grave; idem een perceel land onder Beugen, grenzend oostw. en westw. aan de gemeene weg, zuidw. aan Jan Nielen en noordw. aan Willem van Merwijk, eveneens jaarlijks belast met een afdracht aan het Comptoir te Grave. Het eerstgenoemde perceel is hypothecair belast met schulden aan de Weduwe van Burgemeester Verhorst, de Heer Ternee en aan de erfgenamen van Huijbert Genon.

4 Inventarisstaat van alle bezittingen van Cornelia Peeters, weduwe van Peeter Willems, t.b.v. de verdeling van haar na te laten goederen. Hiertoe behoren o.m. een huis met aangelegen grond, grenzend oostw. en westw. aan Kersten Peeters en verder aan de gemeente, jaarlijks belast met een afdracht aan het Comptoir te Grave, aan den Armen van Beers en aan de kerk van Beers en aan de Heer van Aldendriel. Er zijn schulden aan: Willem Nijenhuijsen (ruil van een koe), Michiel Hendrix (geleverde waren en reparatie schoenen), Geurt Aben (geleverde boekweit en turf), Peter Albers (kamerhuur), Theodorus Theunissen (geleverde rogge en bakloon), Heer Pastoor (doodschulden en hooi), Doctor Kruger (loon), Koster Dusautoij (luigeld), Gerrit Jans Ebben (geleverde doodskist), Gerrit Teunissen (doodschulden), Heer Coeberg (doodschulden), Claas Jilissen (bier en genever), Gildemeesters van Beers,en Marten van Daal (geleverd stro)