Archieven

1 Deurwaarder Johan van Nouhuijs verklaart met authorisatie van Wouter van Wolfsbergen, ontvanger van de belastingen in arrest te nemen vaste en onroerende goederen betreffende het jaar 1750 van de volgende personen: Rombout Cling; Cornelis Hendrix van Osch; Mattheus Heijmans; Jan Jansen Wijdeven; Hendrik van den Broek; Jan Hendrix van Zeelant; Jan Driessen van der Ven; Jacob Dirx van Osch; Teunis Stox; Roelof van Nistelrooij; Antonij Broekhoek; de weduwe van Peter Joost Langens; Jacob Paulus Brok uit Geffen; Tonis Jungers en Leunis van den Donk. Getuigen Joost van den Engh en Pieter Timmermans, schepenen.

2 Een ontlastbrief bestemd voor Gerrit Jansen van Venrooij te Dinther.

3 Pieter Bol, 40 jaar wonende te Oss en Gerardina van Grotel vrouw van Jacob van de Camp, wonende te Heesch, 40 jaar, welke ter requisitie van Maria van Drunen vrouw van Jan van den Boom, wonende te Heesch, waar en waarachtig te wezen. Pieter Bol verklaart dat hij op 28 april 1752 op de markt in Geffen ten huize van Jan Rutten, Jan van den Boom stomdronken heeft gezien. Gerardina van Grotel verklaart dat zij op 28 april 1752 op de markt in Geffen Jan van den Boom zeer beschonken op de grond heeft zien liggen en dat iemand die zij niet kende van den Boom bij de hand vatte en samen Geffen ingingen. Verder is Gerardina in het huis van Johannis van Roothuijsen , vorster te Geffen geweest waar een van de vrouwenzonen van van Roothuijsen een snaphaan vatte om door de deur naar mensen buiten schoot, waarop Gerardina van Grotel het huis via de achterdeur verliet.

4 Inventaris gemaakt bij Anna Ploegmakers weduwe van wijlen Aert van de Goor ten behoeve van haar vijf minderjarige kinderen bij Aert van de Goor voornoemd. Inventaris bestaande uit teulland aan de Schoonstraat, een weiland genaamd Heijkamp, hooiland genaamd Kivitskamp in Lith en diverse roerende goederen. In de marge wordt vermeld dat de kinderen op 5 mei 1771 voldaan zijn met de inventaris.