Is er een regelgeving t.a.v. adresaanduiding in geboorte- en overlijdensakten? Ik heb de indruk van niet. In een gemeente trof ik in een en hetzelfde jaar in een geboorteregister in chronologische volgorde drie soorten adresaanduidingen: wijknaam, daarna wijkletter en daarna wijkletter gecombineerd met wijknaam. Nog sterker: in een andere gemeente trof ik in een hetzelfde jaar in een overlijdensregister in drie akten op dezelfde datum opgemaakt twee akten aan met een wijkaanduiding en een met een straatnaam.Ook zijn er gemeenten die nooit en te nimmer adressen vermelden in geboorte- en overlijdensakten. Ik krijg de indruk, dat de ambtenaar Burgerlijke Stand zelf min of meer mocht bepalen wat er in de akten in zijn gemeenten vermeld werd.
Of er regelgeving- of voorschriften waren, weet ik niet.
Wel kan ik zeggen dat de ambtenaar van het moment, optekende wat hij "hoorde" en dat verder in zijn registers nauwelijks ooit controleerde. Dan mag u in gedachten houden dat er nog wel eens wat wijzigde: Vandaag Wijk A kan een jaar eerder Wijk B en een jaar later Wijk C zijn. Naar gelang er nieuwbouw werd gepleegd, veranderde de huisnummers ook nog wel eens en straatnamen, vaak wijk- of kadastrale namen waren ook niet erg tijdvast. Annexatie, verkaveling, stadsuitbreiding enz. hadden ook invloed op de inschrijvingen die tot 1900 vaak fonetisch plaats vonden. Ook is mij opgevallen dat de BR vaak onnauwkeurig was in tegenstelling tot BS die in het algemeen best wel klopt. Voorbeeld: Mijn ouders trouwde in 1934 en gingen wonen op het adres Auwerschootseweg A24, Mijn oudste broer werd geboren in 1935 Auwerschootseweg 361 NK, Ik werd geboren in 1946 Brug C13, Werd Bosdijk 6 in 1954 Bakel en werd Bosdijk 6 Helmond en heet nu Weg naar Bakel te Helmond en onze ouders zijn nooit verhuisd.
Mogelijk licht dit 'n beetje toe?
Er zullen vast wel richtlijnen zijn geweest betreffende het invullen van de akten, maar of de desbetreffende ambtenaar zich daar aan hield was natuurlijk een tweede. In de verslagen van de commissaris der koningin Van Voorst tot Voorst kom je weleens opmerkingen hierover tegen.
Verder kan ik hetgeen wat Theo Aldenzee schrijft wel enigszins bevestigen. Zelf ben ik vergelijkbare situaties tegengekomen, bijv. mijn geboortehuis, waar mijn voorouders al meer dan 150 jaar wonen. Ik heb ook wat onderzoek verricht naar dit huis, en heb gemerkt, dat het adres nogal eens wijzigde. Ook kwam ik op militaire en kadastrale kaarten een straatnaam tegen, die helemaal niet gebruikt werd, maar waarvan mijn vader wist te vertellen dat de militairen die inderdaad op hun kaart hadden staan. Mijn familie zelf en de Gemeente gebruikten in die tijd het adres bestaande uit wijk- en huisnummer.
In de toekomst zal dit probleem zich veel minder voor gaan doen, doordat dit jaar de Wet basisregistratie adressen en gebouwen van kracht is geworden waarbij alle adressen landelijk geregistreerd worden. Voor meer info hierover zie www.bag.vrom.nl.
theo
zei op 27 oktober 2009 om 13:45
Voor zover mij bekend is de burgerlijke stand een uitstekende aanvulling op omnummering, andere wijkindelingen etc., vooropgesteld dat de adressen in de B.S. worden gebruikt.
Immers: In bevolkingsregisters, die meestal een periode van 10 jaar bestrijken, worden vaak omnummeringen vermeld, zonder vermelding van het jaar waarin de omnummering heeft plaats gehad. Overigens: het burgerlijk wetboek van 1838 vermeldt, dat in de geboorteakte de plaats van geboorte dient te worden vermeld. Sommige ambtenaren hebben dat wel zeer letterlijk genomen en deze verplichting geïnterpreteerd als plaats van geboorte = gemeentenaam. De bedoeling van de wetgever was echter om het huis te vermelden, waarin het kind was geboren. Mijn ervaring is dat het kadaster betrouwbaarder is dan de B.S. en de bevolkingsregisters, maar dat moest ook wel i.v.m. inning van de OG-belasting.
