Jan,
Ik vond nog onderstaande 2 aktes.
Hieruit leid ik af dat het echtpaar Nicolaes Gijsberts Vlemmincks- Catharina Dielis Houbraken in ieder geval 5 zonen had: Henrick, Gijsbert, Gielis (Dielis), Marten en Peter.
Bron: R.A. Oirschot, inv. nr. 144 C, 1 januari 1596 t/m 31 december 1596
04-03-1596
Gijsbrecht Niclaes Vleminks, nadat Henrick Gijsbert Vlemincks het sterfhuis en de nalatenschap had aanvaard en met Daniel van de Schoot had verkocht en daarna zijn broers uit de opbrengst daarvan had grootgebracht en toezicht daar op had gehouden en de schulden werden afbetaald en zoveel mogelijk de rentes etc. had verkocht ten behoeve van deze boedel, om daarna eventuele geschillen daarover te vermijden, zijn daarom nu voor schepenen samengekomen Gielis, Marten en Peter zonen van genoemde Niclaes Vlemincx waarbij Marten en Peter zijn vergezeld door Daniel van de Schoot en Aerden Sgraets en ze hebben bekend dat hun broer Ghijsbrecht dit bewind goed heeft gevoerd en danken hem daarvoor, waarbij deze Gijsbert ook diens broers nimmer meer zal kwellen of aanspreken of onmin onder hen veroorzaken. Ze verklaren deze overeenkomst wederzijds te zullen nakomen.
Datum 4 maart 1596, getuigen Crom en Houbraken.
en
Bron: R.A. Oirschot, inv. nr. 144 C, 1 januari 1596 t/m 31 december 1596
04-03-1596
Ghijsbrecht, Gielis, Marten en Peter, broers, waarbij Marten geassisteerd wordt door Aerden Sgraets, waarbij ook nog optreedt Daniel van de Schoot, zijnde hun voogden, zonen wijlen Nicolaes Gijsbert Vlemincx verwekt bij Catharijn dochter van Delis Roef Houbraken, hebben een boedelscheiding gemaakt vanwege het overlijden van deze Niclaes en Catharijn.
Bij deze verdeling heeft genoemde Ghijsbrecht de helft van een akker verkregen genoemd de Schaersenekker, aan de oostkant, gelegen in Oirschot herdgang de Notel, b.p. het stuk waarvan het wordt afgedeeld, Gerard en Adriaen Pennincks, Henrick van de Schoot, Adriaen Pennincks. Verder verkrijgt hij de helft van een dries genoemd den Heiligendries aldaar gelegen, b.p. het stuk waarvan het wordt afgedeeld, Adriaen Pennincks, de Hoolstraat. Ook krijgt hij nog de helft van een beemd genoemd de Echendonck, aldaar gelegen, b.p. de kinderen van Jan Joris, de kinderen van Antonis Lippen. Verder krijgt hij de helft van twee beemdjes die aan elkaar liggen, herdgang Straten ter Ameijden, b.p. Goijaert Willem Goijaerts, het stuk waarvan het wordt afgdeeld, de kinderen van Jan Faes Bierkens, Corsten Jan Bollen. Nog de helft van een nieuw stuk land herdgang Hedel aan de Raeffendonck, b.p. Erf Geverts, de gemeijnte. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de helft van twee mudde rogge worden betaald aan het altaar van de H. Drievuldigheid te Oirschot, nog 3 gulden per jaar aan Claerken Meuthof in Den Bosch, nog 2 gulden 16 stuivers per jaar aan de H. Geest in den Bosch, nog 18 stuivers per jaar aan het kapittel te Eindhoven, nog 20 stuivers eenmalig uit een obligatie van een groter bedrag aan Joffrouwe van der Tommen.
Bij deze verdeling heeft genoemde Dielis de helft van een akker gekregen genoemd de Schaersenekker aan de westzijde, gelegen in Oirschot herdgang Notel, b.p. het stuk waarvan het wordt afgdeeld, de hoolstraat, Henrick Michiels van de Schoot, de heiligendries. Verder krijgt hij nog de helft van genoemde heiligendries aldaar gelegen, b.p. de stukken waarvan het wordt afgedeeld, Adriaen Pennincks, de Hoolstraat. Ook krijgt hij de helft van een beemd genoemd het Echendonck, aldaar gelegen, b.p. de kinderen van Jan Joris, de kinderen van Antonis Lippen. Ook krijgt hij de helft van twee aan elkaar gelegen beemdjes, herdgang Straten ter Ameijden, b.p. Goijaert Willem Goijaerts, het stuk waarvan het wordt afgedeeld, de kinderen van Jan Faes Bierkens, Corsten Jan Bollen. Ook krijgt hij de helft van een nieuw stuk land herdgang Hedel aan de Raeffendonck, b.p. Erf Geverts, de gemeijnte. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de helft van twee mudde rogge worden betaald aan het altaar van de H. Drievuldigheid te Oirschot, nog 6 gulden per jaar aan Dielis en Peter kinderen van Dirck de Hoppenbrouwer, nog ca. anderhalve stuiver chijns in het boek van Oirschot, nog 20 gulden uit een grotere som van een schuldbrief aan Joffrouw van der Tommen.
Bij deze verdeling krijgt genoemde Marten het oude huis met de grond en het hopveld tot aan de schoor toe aan de Heiligendries, zijnde de helft van de 'aenstede' gelegen in Oirschot herdgang Notel, b.p. het stuk waarvan het wordt afgedeeld, de erfgenamen van Peter Jans Scrommen, Adriaen Pennincks, de Heijligendries waarvan het wordt afgedeeld, de gemeijnte. Verder krijgt hij de helft van een akker genoemd de Gemeijnte aan de zuidkant, b.p. het stuk waarvan het wordt afgedeeld, de kinderen van Thomas Thomas van der Ameijden, de Hoolstraat daar. Verder krijgt hij de helft van een dries genoemd de Eertbruggen gelegen herdgang Straten, b.p. Willem Henrick Goijaerts, Corsten Jan Bollen, Aert Sgraets, de lopende straat. Verder krijgt hij de helft van een beemdje genoemd 't Leeg Veldje, aldaar gelegen, b.p. Aert Sgraets, het stuk waarvan het wordt afgedeeld, de kinderen van Ariens Verheijden. Verder krijgt hij nog de helft van een beemd genoemd de Plijsdonck herdgang Notel, b.p. Aert Sgraets, de kinderen van Hendrik Lambrechts, de Geerhorst, de gemeijnte. Nog krijgt hij de helft van een beemd genoemd het Roth aldaar gelegen, b.p. Peter Joorden Meus, Cornelis Willems van Beerwinckel en nu Anthonis van Doren, de hoeve van Hersel. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de helft van 3 mudde rogge en 3 lopen rogge worden betaald, Oirschotse maat vanwege Cauwenbergse pacht, nog de helft van 15 lopen rogge per jaar aan de tafel van de H. Geest in Oirschot, nog 2 lopen rogge per jaar aan de O.L. Vrouwekerk in Oirschot, nog 7 gulden en 10 stuivers per jaar aan het kapittel in den Bosch, nog 5 gulden 15 stuivers per jaar aan Aerden de Leeuw, nog 5 gulden per jaar aan de H. Geest te Oirschot, nog 18 stuivers en twee penningen per jaar aan de zelfde H. Geest, nog 20 stuivers per jaar aan Adriaen Jan Dirck Sijkens, nog 3 gulden per jaar aan het St. Wilbers altaar te Oirschot, nog ca. 4 stuivers chijns aan de heer van Oirschot, nog 75 gulden eens aan de weduwe Joffrouw van der Tommen.
Bij deze verdeling heeft genoemde Peter de schuur en de schaapskooi verkregen om die binnen nu en 3 maanden af te breken en de helft van de aanbouw aan de westkant, b.p. het stuk waarvan het wordt afgedeeld, de gemeijnte, de hoolstraat, de Heiligendries. Verder krijgt hij de helft van een akker genoemd de Gemeijnte aan de noordkant, aldaar gelegen, b.p. het stuk waarvan het wordt afgedeeld, de weduwe van Willem Faes, Henrick Michiels van de Schoot, de Hoolstraat. Verder krijgt hij de helft van een dries genoemd de Eertbruggen, herdgang Straten ter Ameijden, b.p Willem Henrick Goijaerts, Corsten Jan Bollen, Aert Sgraets, Goijaert Hasselmans, de lopende straat. Verder krijgt hij de helft van een veldje genoemd het leeg veldje, aldaar gelegen, b.p. Aert Sgraets, het stuk waarvan het wordt afgdeeld, de kinderen van Adriaen van der Heijden. Verder krijgt hij de helft van een beemd genoemd de Plijsdonck, herdgang Notel, b.p. Aert Sgraets, de kinderen van Henrick Lamberts, de Geerhorst, de gemeijnte. Ook nog de helft van een beemd genoemd het rot aldaar gelegen, b.p. Peter Joorden Meus, Cornelis Willems van Beerwinckel en nu Anthonis van Doren, de hoeve van Hersel. Uit dit erfdeel moet jaarlijks de helft van 3 mudde en 3 lopen rogge worden betaald vanwege Cauwenbergse pacht, Oirschotse maat, nog de helft van 15 lopen rogge per jaar aan de H. Geest in Oirschot, nog 14 stuivers per jaar aan de windmolenberg in Den Bosch, nog 3 gulden per jaar aan Aerden van der Straten, nog 4 gulden per jaar aan de zelfde Aerden en nog 7 stuivers per jaar aan de H. Geest in Oirschot, nog 6 gulden per jaar aan Wouter de Crom, nog 3 gulden per jaar aan Jan Mathijs Gijben, nog twee gulden per jaar aan meester Peter van Hees in den Bosch, nog ca. twee blanken chijns aan de heer van Oirschot, nog de helft van een oude obool aan het kapittel in Oirschot, nog 45 gulden kapitaal uit een grotere obligatie aan de weduwe van van der Tommen. De erfgenamen beloven elkaar deze verdeling gestand te zullen blijven doen en alle renten voor wat betreft hun deel op de juiste wijze te zullen betalen vanaf Maria Lichtmisdag anno 1594 inbegrepen.
Datum en getuigen als boven.