De notarissen maakten in de 19e en 20e eeuw meestal twee exemplaren van een akte,een voor de betrokkene en een voor de notaris zelf. Er zijn echter uitzonderingen: akten van procuratie en huwelijkstoestemming e.d. werden slechts in enkelvoud opgemaakt. Deze akten kregen wel een volgnummer en werden in het repertoire genoteerd. Het valt soms niet mee om deze akten terug te vinden. Weet iemand de reden waarom sommige akten slechts in enkelvoud werden opgemaakt?