Stap kan zijn trede, kleine verhevenheid en vonder. De laatste betekenis komt in de cijnskring het meest voor, nl. een ‘overstap’ van de ene oever naar de andere via een doorwaadbare plaats of met behulp van een klein provisorisch bruggetje. Trommelen ziet in het Tilburgse Stappengoor een moeras met een stappe d.w.z. met een verhoging of een vonder als pad, een soort knuppelweg. Vlierden kent een grenspaal genaamd ‘het Stapje’, gelegen bij de Vloeieindseloop. Volgens Mennen was een stap ook een grote brede steen die gebruikt werd om onheiningen te overschrijden zonder het veken of hekken te openen. Dit ele¬ment heeft geen verwantschap met ‘stapel’ . Etc. [ dan volgen enkele voorbeelden/ combinaties waaronder Stapakker]
Bron: Henk Beijers Archiefcollectie (
http://www.henkbeijersarchiefcollectie.nl)
http://www.henkbeijersarchiefcollectie.nl/publicaties/Aabeemd_Zwijnsput/index.htm