Mijn collega Mariska Heijmans heeft er even goed naar gekeken, zij mailde me het volgende:
De microfiches betreffen meerdere inventarisnummers uit het Rechterlijk Archief van Sprang, namelijk
83-86 Protocol, later register, later weer protocol van akten van taxatie op het stuk van de collaterale successie en beëdiging van specifieke lijsten, 1695-1712. 4 delen
Deze registers bevatten steeds ook de imposten op begraven en trouwen over een bepaalde periode.
Na enig bladeren en zoeken vond ik image 119 waarop wordt aangegeven dat de beide echtelieden zich op 21 december 1697 hebben aangegeven om te trouwen in de classis van onvermogen. Vervolgens staat er pro deo, dus zij hebben geen impost op hun huwelijk hoeven te betalen. Ik vind niets over een taxatie.
De Impost werd ingesteld om een reserve te scheppen waaruit rente en aflossing van kapitalen ten laste van het ‘gemene land’ bekostigd zouden kunnen worden. De belasting werd geheven op het trouwen, begraven en het vervoer van lijken. In bepaalde gevallen was het ook mogelijk in geval van armlastigheid vrijgesteld te worden van de betaling van deze imposten, men viel dan in de klasse pro deo.
Mogelijk was de taxatie (die ik dus niet kan terugvinden in de fiches) nodig om vast te stellen dat er geen sprake was van eigendommen.
In ieder geval komt het stel in 1697 en 1698 niet voor in het Trouwboek van de Nederduits Gereformeerde Gemeente van Sprang. Dat is wel vreemd. In het doopboek van die gemeente zijn wel 2 kinderen van het echtpaar te vinden. zie
http://www.salha.nl/archieven-en-collecties/voorouders/genealogie/q/persoon_achternaam_t_0/zelst/q/persoon_voornaam_t_0/gijsbert/q/persoon_achternaam_t_1/asperen/q/zoekwijze/p
Met dank aan onze expert Mariska van het Streekarchief Langstraat Heusden Altena.