Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Tot in de 18e eeuw stond de Veghelse windmolen enigszins buiten het dorp aan de Molenstraat, richting Dinther. De molen vormde het einde van het dorp en wie de molen passeerde moest daar door het “hekken van de molen”, dat ter plaatse over de weg lag om de eigendommen in het dorp te beschermen tegen loslopend vee.
We weten, dat de molen zeker in 1380 bestond, terwijl al in 1368 het “molenhuys van Veghel” genoemd wordt. De molen heeft zijn naam gegeven aan de Molenbeemden, die deel uitmaakten van de Oude Molentienden, een tiendklamp van landerijen langs de Aa, grofweg tussen het buurtschap Middegaal en het dorp.
De molen behoorde in de zeventiende eeuw tot het bezit van de heren van Erp. Zo liet graaf Ferdinand van Baarlo, gehuwd met Joanna Phillipina van Erp, kasteel Frisselstein, inclusief de molen, het molenhuis en de hof, aan zijn kinderen na. De molen raakte berucht wegens de agressieve concurrentie met zijn tegenhanger op de Koevering.
In de zeventiende eeuw liep dat uit op gewelddadigheden: de Veghelse molenaar mishandelde verschillende dorpsgenoten, omdat zij hun graan op de Koeveringse molen lieten malen. De eigenaar van de Koeveringse molen liet zich letterlijk niet uit het veld slaan en stapte naar de Raad van Brabant in Den Haag. Daarbij beriep hij zich op het recht van de Koeveringse molen óók voor de inwoners van Veghel te mogen malen.
De Raad veroordeelde de Veghelse molenaar tot een schadeloosstelling voor zijn concurrent en de betrokken dorpsgenoten. Blijkbaar was dit niet afdoende, want in 1697 stond men opnieuw voor de rechter. En opnieuw viel het vonnis in het voordeel van de Koeveringse molenaar uit.
Eind achttiende en begin negentiende eeuw was de molen eigendom van de familie Scheij te Veghel. Zij bezaten ook het Molenhuis (ter plekke van het huidige Centre Veghel). Op de Caert Figuratief van 1791 is dit het grootste gebouw in de dorpskom van Veghel, ongetwijfeld als gevolg van de benodigde ruimte voor graanopslag. De wieken van de molen bleven draaien tot 1929, het jaar van de sloop vanwege te geringe windvang door de oprukkende bebouwing in de dorpskom. De plek van de molen werd later ingenomen door, hoe kan het ook anders, café-restaurant De Molen. Dit café werd in maart 2004 gesloopt ten behoeve van nieuwbouw.
Onder de vloer van het café bleken zich nog de oude maalstenen te bevinden. Die waren als vulmateriaal in de grond gestopt bij de afbraak van het oude bouwwerk. De eigenaren van het voormalig café stonden de molenstenen af aan De Stichting Eerdse Molen, die de restauratie van de Antoniusmolen te Eerde wilde bevorderen.
Zo kwam de Eerdse molenstichting aan een koppel gave Duitse basaltlavastenen (blauwe stenen), die een doorsnede hadden van anderhalve meter. En hoewel de Veghelse molen al lang niet meer draait, krijgen de oude molenstenen een nieuw leven in de Sint Antoniusmolen.
Dat in Eerde eveneens plannen bestaan tot herbouw van de Koeveringse molen, mag gezien worden als een knipoog naar het verleden.