Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In 1645 voltooide hij in handschrift een beschrijving van de Meierij van Den Bosch, waaruit dit stuk over Sint-Oedenrode. De afbeeldingen zijn van de glas-in-lood-ruitjes in het raadhuis.
Sint-Oedenrode is een oude, grote en mooie vrijheid, de hoofdplaats van Peelland. Naar het zeggen van sommigen is het heel vroeger een graafschap geweest. De plaats heeft zijn eigen costumen (wet- en regelgeving), alsmede vele vrijheden en privileges. De dorpen in Peelland zouden bij de schepenbank van Rode in beroep kunnen gaan, maar dat gebeurt zeer zelden. Het dorp heeft goed bezochte jaarmarkten.
Deze vrijheid behoort toe aan Zijne Koninklijke Majesteit (=de koning van Spanje). Toen in 1526 op last van keizer Karel V een algemene haardstedentelling gehouden werd in de Meierij, kwam men in Sint-Oedenrode op 424 haardsteden, waarvan er 49 van de Tafel van de H. Geest leefden en 8 onbewoond waren.
Onder die 424 haardsteden was ook begrepen een gasthuis, waar allerlei arme mensen verbleven, verzorgd door vier arme vrouwen. Dit gasthuis is als één haardstede gerekend. Dan is er nog een godshuis, waar vier arme vrouwtjes woonden, dat ook als één haardstede gerekend is.
Er zijn twee kerken: de ene is de parochiekerk, die Sint Martinus als patroonheilige heeft. De kerk heeft een vicarius perpetuus en de deken van het kapittel van Rode is collator.
De andere kerk is de collegiale kerk van het kapittel met zijn kanunniken van Sint Oda, wier hoofd in de kerk wordt bewaard. Het toekennen van de prebenden is het voorrecht van Zijne Koninklijke Majesteit, met uitzondering van de baan van scholaster, die door het kapittel zelf gekozen wordt.
De dekenij van de kapittelkerk (waar een goed inkomen aan verbonden is), valt onder het bisdom Roermond.
Binnen deze vrijheid liggen verschillende adellijke huizen, waarvan het oudste huize Te Laar is, ooit toebehorend aan de familie Van Merode, tegenwoordig aan de kinderen van de heer N. van d’Allij, die men daarnaar ook met de titel van ‘heer’ aanspreekt.
Dan is er een huis [Pasbogaard], dat toebehoorde aan de familie Van Halmale, en nu aan juffrouw Anna van Hambroeck, vrouwe van Jekschot.
Het huis Ten Houte van de familie Van Amstelroij, is gekocht door Jonker Hugo van Berckel, bij leven schout van Peelland, en nu eigendom van juffrouw Anna van Berckel, kinderloos gehuwd met Hendrik van Mheer.
Dan is er een mooi huis, dat nieuw gebouwd is door Jonker Marcus van Gerwen, schout van Peelland, die het nog steeds in zijn bezit heeft. Het heet De Bocht of Dommelrode.
Het huis Ter Wey of Lochtenborg, ongeveer twintig jaar geleden geheel verbouwd door Jonker Govaert de Jegher, behoort nu aan zijn twee zonen toe. De oudste heet Wouter en de jongste Jan Charles de Jegher. Zij hebben ook de watermolens van Sint-Oedenrode in hun bezit.
Dan zijn er nog vijf minder opmerkelijke woningen, waarvan de eerste ligt op de plaats geheten "in den Hulst". Het huis behoort toe aan de kinderen van Jonker Aernout Heijm, bij leven kapitein in dienst van ZKM. Het tweede huis behoort toe aan de familie Entenfus (of Endevoets). Dit is het slotje Emmaus. Het derde, Henkenshage, is van de familie Van den Oetelaer. Het vierde, De Voort of Vreeburg, is van Jan Bex, schout van Gemert. En dan is er nog een zekere plaats, genaamd Sint Oedenberg, die nu eigendom is van Carel van de Camp. Hij heeft het huis gekregen van de baron van Grobbendock, bij leven gouverneur van Den Bosch. Op die plek staan nu wat gebouwtjes van weinig waarde. Sommigen zeggen dat de H. Oda daar gewoond zou hebben en dat het daarom Sint Oedenbergh heet.
In Sint-Oedenrode staan nog twee gasthuizen voor arme vrouwen. In twee gehuchten onder Rode staat nog een kapel: de ene kapel staat in Olland, dicht onder Boxtel, en heeft Sint-Pieter als patroonheilige. De andere staat in Nijnsel, dicht onder Son gelegen, en is gewijd aan Sint Antonius.
Jekschot, gelegen tussen Sint-Oedenrode, Erp, Veghel en Lieshout in, is een heerlijkheid met de lage en middelbare jurisdictie en met eigen schout, schepenen en vorster. De heerlijkheid heeft ook een eigen leen- en cijnsboek. De wettelijke bevoegdheid die hieraan verbonden is, is zodanig dat degenen die hun cijns niet op de aangewezen tijd en dag betalen, onmiddellijk tot betaling gedwongen kunnen worden, zonder tussenkomst van een rechter uit welke stad of dorp in geheel Brabant dan ook. Dit is allemaal vastgelegd in oorkonden en schenkingsakten die daarover zijn uitgegeven door hertog Jan III in het jaar ... aan Willem de Cruydenaer als beloning voor de diensten die hij de hertog had bewezen.
Hier in Jekschot ligt ook een zekere burchtheuvel [molte], waar ooit een huis heeft gestaan met vier hoeven landerijen en een groot areaal heide. Dat behoort nu toe aan juffrouw Anna van Hambroeck. De plaats valt geestelijk onder de parochie van Sint-Oedenrode. Ooit heeft hier nog een Sint-Hubertuskapel gestaan.