Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Toontje had zo’n twintigtal verhalen over zijn leven die ik wel honderd keer heb gehoord. De verhalen waren altijd hetzelfde, er ging niets af en er kwam niets bij. Met de handkar bezocht hij omliggende markten en kermissen. Na enige jaren stierf zijn vrouw en omdat men er vanuit ging dat vrouwen wel voor zichzelf konden zorgen, maar mannen niet, nam Toontje zijn intrek bij de nonnen in het gasthuis. Daar was een gezamenlijke eetzaal en een ontspanningsruimte met een biljart.
Er waren regelmatig krawallen: dan kwamen oude vetes boven en vlogen de verwijten om de oren. Een van die oudjes zocht bijvoorbeeld zijn tabak. Zijn jas hing tussen al de andere jassen aan de kapstok en soms zocht hij in de verkeerde jas. Dan werd er direct gezegd “hij jat”. Maar niemand had in de gaten dat hij er “vanaf” was. Een andere liet altijd scheten tijdens het eten. Of er was een man die altijd ruzie maakte.
Op een dag had hij weer ruzie met iemand. Toontje Maas keek dat even aan tot hij de ruzie zat was. Hij pakte zijn koperen tabaksdoos uit zijn jas en sloeg de ruziemaker recht voor zijn kop. Paniek! Het jonge nonneke dat het toezicht hield haalde Moeder Overste erbij. Die belde de marechaussee in het Binderseind.
Er verschenen twee jongemannen die Toontje meenamen richting gemeentehuis. Daar stond Januske Otte die vroeg: “maar Toontje, wat is er nou aan de hand?” Als Toontje zich opwond sloeg zijn stem wel twee octaven over: “ik moet in de petoet!”
Hij heeft daar een nacht gezeten en ‘s morgens lieten ze hem weer vrij. Doch de nonnen wilde Toontje niet meer hebben. Ten einde raad trok hij in een klein huisje op de Heuvel waar een vrijgezel Tum van de Laar woonde.