In 1941 crashten er alleen maar Duitse bommenwerpers van het type Junkers Ju 88A-5 op of rond het vliegveld 'Fliegerhorst Eindhoven', vooral van de Kampfgruppe 30, die er gestationeerd was. De schade was in de meeste gevallen aanzienlijk, soms kwamen er ook leden van de bemanning bij om.
Op 14 februari was het werknummer 0594 van I/KG 30; op 4 maart werknummer 4213 van 2./KG 30. Bij deze laatste crash is overigens wel iets onduidelijks aan de hand. Het Lagebericht over de week van 1-8 maart meldt over 6 (!) maart dat dit toestel om 0.20 uur een landing op Eindhoven inzette, de grond raakte, maar weer optrok en de bemanning, omdat de besturing was uitgevallen, even later het vliegtuig per parachute heeft verlaten, waarbij Gfr. Arthur Janke gewond zou zijn geraakt.
Het toestel zou zijn neergestort bij de “Mackliner See (Mecklenburg)”. Iets dergelijks vermeldt de General Quartiermeister (6. Abt. 1C, nr. 980/41), maar dan over 7 maart: bei Eindhoven, Besatzung abgesprungen, Flugzeug in Mecklenburg abgestürzt. Nu is de afstand Eindhoven-Mecklenburg (Vorpommern) zo’n 700 kilometer, dus dat lijkt wat onwaarschijnlijk. De conclusie moet dan ook zijn dat deze crash vermoedelijk niets met Eindhoven te maken heeft (er is ook geen melding van te vinden bij de Luchtbeschermingsdienst) dan wel dat er een ander misverstand in het spel is (omgeving Mecklenburgstraat?).
Op 15 maart gaat het om werknummer 0214 van Stab I/KG 30. De Ju 88 van Fw. M. Borchard was bij een luchtgevecht in de problemen gekomen en probeerde een noodlanding te maken op het vliegveld. Daarbij kwam de waarnemer Lt H. Riedel om het leven. Hij ligt begraven op Ysselsteyn, graf Z-2-35. De andere bemanningsleden raakten gewond.
Op 20 april sloeg de Junkers Ju 88 3311, eveneens van Stab I/KG 30, over de kop bij de landing. Daar vielen geen doden bij. Op 8 mei moest het toestel met werknummer 4218 van I/KG 30, gevlogen door Ofw. B. Hennings een buiklanding maken na een luchtgevecht. Hennings, zijn waarnemer Fw. H. Friedemann en zijn boordschutter Fw. A. Gross raakten daarbij gewond.
Ongelukken bleven verder uit tot augustus van dat jaar. Op 13 augustus maakte werknummer 4386 van 12./KG 3 een noodlanding op Eindhoven en op 19 augustus crashte om 15.35 uur bij de Oude Bosschebaan werknummer 4286 van IV/KG 3, toen men probeerde vanwege een motorstoring een noodlanding te maken. Er vielen opnieuw geen doden.
Op 14 februari was het werknummer 0594 van I/KG 30; op 4 maart werknummer 4213 van 2./KG 30. Bij deze laatste crash is overigens wel iets onduidelijks aan de hand. Het Lagebericht over de week van 1-8 maart meldt over 6 (!) maart dat dit toestel om 0.20 uur een landing op Eindhoven inzette, de grond raakte, maar weer optrok en de bemanning, omdat de besturing was uitgevallen, even later het vliegtuig per parachute heeft verlaten, waarbij Gfr. Arthur Janke gewond zou zijn geraakt.
Op 20 april sloeg de Junkers Ju 88 3311, eveneens van Stab I/KG 30, over de kop bij de landing. Daar vielen geen doden bij. Op 8 mei moest het toestel met werknummer 4218 van I/KG 30, gevlogen door Ofw. B. Hennings een buiklanding maken na een luchtgevecht. Hennings, zijn waarnemer Fw. H. Friedemann en zijn boordschutter Fw. A. Gross raakten daarbij gewond.
