skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Pastoors in Oploo, 1730-nu

 

 

Albertus Schmerling               

1730-1779

 zie aanvullingen van Jan Lange op 22 april 2024                             

Joannes van den Heuvel

1779-1844

 

Petrus van den Hoogen

1844-1855

 

Henricus van Hintum

1855-1887

 

Lambertus Eijcken

1887-1910

 

Henricus Swinkels

1910-1918

 

Henricus de Jong

1918-1927

 

Franciscus Verhofstad

1927-1945

 

Wilhelmus van Miert

1945-1970

 

Josephus van Gastel

1970-1972

 

Aloijs Botden

1972-1995

 

Jan Brouns

1995-1997

waarnemer

Gerard Stegeman

1997-nu

lid van de Norbertijnerorde te Heeswijk

 

Reacties (3)

jan lange zei op 15 november 2017 om 19:45
In ORA 253 Grave dd. 24.4.1591 sprake van Thonis Schuts als pastoir tot Oploo scan 328. Op 15.91590 van Thonis Danels, dezelfde ? sc. 282
Jan Lange zei op 22 april 2024 om 21:51
Zie: https://heemkundesinttunnis.nl/wp-content/uploads/2023/03/Deel-13-Van_Steenhuijs_het_hele_verhaal.pdf
Archivaris Harm Douma in boekje 750 jaar parochie St. Anthonius Abt: Toen men te Oploo in 1730 een eigen parochie ging vormen, moest men het met een nederig bedehuis doen. Oploo was een erg klein dorpje, scherp begrensd door de Sambeekse Hoek en het dorpsgebied van St. Anthonis. De zielzorg werd vanuit St. Anthonis verricht. Soms was er een geestelijke aan de kapel verbonden. In 1643 was heer Hendrick Bastiaans van de Vifeyken bedienaar van de kapel van Oploo en in 1691 wordt heer (Hendrick) Thomase als geestelijke aangesteld. Vanzelfsprekend bleef de eigenlijke zielzorg toebehoren aan de pastoor van St. Anthonis. Heer Thomase had een kelk van St. Anthonis, die na zijn dood in 1732 tegen de vergoeding van 22 gulden naar de moederkerk terugkeerde. Vrouwe Lucretia van der Noot, weduwe van Walraven/Walraad van Steenhuijs, heer van Heumen, Malden en Oploo/in 1723 hertrouwd met Alexander Stevart/Stuart, wist in 1730 te bewerkstelligen dat het kerkenhuisje van Oploo door bisschop Franciscus Ludovicus van Roermond tot een parochiekerk verheven werd, hoewel zij zelf van de Gereformeerde religie was. Het geslacht van Steenhuijs droeg het een paar honderd inwoners tellende Oploo een goed hart toe. Meestal woonde men op het kasteel te Heumen en soms verbleef men op het Oplose kasteeltje. Zij handelde echter als vrouwe van Oploo buiten de heer van Boxmeer om. Bij het hooggrafelijk huis was men daar niet over te spreken, aangezien het recht van pastoorsbenoeming aan het huis Bergh toekwam. Enkele bewoners van Oploo zelf achtten een eigen parochie ook niet zo hard nodig. Desondanks zette Lucretia door en op 26 april 1730 werd de kerkelijke zelfstandigheid een feit. Wel moest de pastoor van Oploo ieder jaar aan de kerk van St. Tunnis op de dag van St. Jan Baptist als recognitie een bedrag van één gulden betalen en aan de pastoor anderhalve gulden. Dit gebruik is nog tot voor de jongste oorlog gehandhaafd. Het zou wenselijk zijn dit wederom in te voeren. Akte van verheffing door Alexander baron van Steuart en Lucretia baronesse van der Noot, heer en mevrouwe van Heumen, Malden en Oploo, van de Kapelanie "tot een pastorie na het overlijden van de geestelijke Hendrick Thomassen; met conniventie of toewijzing hiervan aan A.H. Schmerling, mits niets ondernemende in strijd met de ware Gereformeerde religie of de plakkaten van de Staten-Generaal, 1730”. De eerste pastoor van Oploo werd Albert Schmerling, een zoon van de drost van Middelaar. Hij was zeer geleerd als plattelandspastoor en nogal gefortuneerd. Met pastoor Caspar Molmans van St. Anthonis onderhield hij nauwe vriendschapsbanden. Molmans was deken van het Land van Cuijk van 1742 tot 1760 en na zijn dood werd hij opgevolgd als deken door Schmerling tot diens overlijden in 1779. Pastoor Schmerling liet bij testament o.m. 30 gulden na aan de armen van Oploo, St. Anthonis en de Sambeekse Hoek. Ook nog moest jaarlijks op zijn sterfdag voor 10 gulden aan (rogge)brood worden uitgedeeld als een zg. spinding. Tot groot ongenoegen van de mensen van Oploo werd pastoor Schmerling op zijn eigen verzoek op het kerkhof van St. Anthonis begraven. Na 1779 gaat de kerk van Oploo zijn eigen weg. Sommige parochianen van St. Anthonis woonden veel dichter bij de kerk van Oploo dan bij die van St. Anthonis en gingen dan ook veelal ter kerke naar Oploo. Dat gaf later enkele wrijvingen. In 1880 mochten van bisschop Godschalk de kinderen van een gedeelte van de Blaauwenhoek voor catechismus en eerste communie met Oploo meedoen, mits de pastoor van St. Anthonis hen een examentje afnam. Vier jaar later waagden enkelen een poging de Blaauwenhoek officieel kerkelijk bij Oploo te voegen. Toen begon er een typisch kerkelijk getouwtrek. Dat waren nu juist 84 communicanten van St. Tunnis van vrij welvarende boertjes. Pastoor Wijers van St. Anthonis voelde daarom niets voor gebiedsafstand, daar dan te St. Tunnis de armen relatief veel talrijker zouden worden en hij zowel als de koster wat roggepachten en duiten kwijt zouden raken. Toen werd afgezien van deze op zich erg logische grenscorrectie. Pas in 1915 ging de Blaauwenhoek naar Oploo over, nadat twee jaar daarvoor de kapelaan van St. Anthonis eveneens aan Oploo was toebedeeld.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 28 april 2024 om 12:39
Met dank voor je bijzondere aanvulling, Jan. Mooi dat je het boek van Harm Douma aanhaalt. Alweer meer dan 10 jaar geleden was Harm één van de vaste bezoekers van de studiezaal Grave waar collega Lisette en ik hem regelmatig troffen. Ook toen was Harm een bron van kennis en informatie; dat blijkt ook wel weer uit jouw bijdrage.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!