Archieven

147 Melding aan schepenen door Piet Schonk, wonend te Nistelrode, te kennen gevend dat aan zijn twee kinderen, met namen Jan Schonk bij wijlen zijn eerste vrouw Diliana J. Donkers en Diliana bij zijn tegenwoordige vrouw Elisabeth Verstegen is aangekomen 2/32e delen in de boedel en nalatenschap van Jan Janse van den Bogert en Johanna Schonk, eertijds weduwe van Albertus Pijnenburg indertijd echtelieden, dat de verdere erfgenamen voornemens zijn hun aandelen in de na te laten vaste goederen te Nistelrode, Veghel, Dinther, Heeswijk en Geffen publiek willen gaan verkopen, daar deze ondeelbaar zijn en schuld des boedels uit de penningen moet worden voldaan en dat de minderjarige kinderen niet zouden conveneren aandelen in goederen te behouden en verzoekt het geld voor zijn kinderen aan mag nemen; schepenen gaan akkoord.

146 Willem Paulus Pijnenburg, wonend te Nistelrode; Jan P. Pijnenburg, wonend te Heeswijk; Hendrik Pijnenburg voor zich en zich sterk makend voor zijn zus Meggel Pijnenburg, wonend Heeswijk; Marte Pijnenburg, wonend aldaar; Johannes Pijnenburg, Maria Pijnenburg, Adriaan Wouter Pijnenburg, Johanna Wouter Pijnenburg, meerderjarig ongehuwde dochter; Piet Kilsdonk gehuwd met Matresia W. Pijnenburg, wonend te Heeswijk; Geert van der Zanden gehuwd met Maria Willem Doormans; Willem van der Jeugt gehuwd met Johanna Willem Dooremans, mede wonend te Heeswijk; Sijmen van Driel gehuwd met Meggel Janse Pijnenburg; Lambert Raaijmakers; Hendrik Kilsdonk zich sterk makend voor Willemijn Pijnenburg weduwe Godefridus van Oorschot, mede wonend te Heeswijk; Paulus Pijnenburg, Hendrik Pijnenburg, beiden wonend te Berlicum zich sterk makend voor Jan Verweist; Jan Pijnenburg, wonend te Vught; Petronella van Eert, meerderjarig ongehuwde dochter, wonend Nistelrode, allen erfgenamen in boedel en nalatenschap van wijlen Jan van den Bogert en Johanna Janse Schonk weduwe Aalbertus Pijnenburg verklaren te machtigen Johannes van Oorschot, wonend te Heeswijk en Willem Leendert Broex, secretaris om erfelijke zaken voor hen te regelen.

145 Petronella Looze weduwe Gerardus Jansen van den Bogert, wonende te ’s-Hertogenbosch geeft te kennen, dat door het overlijden van Jan Jansen van den Bogert, broer van haar man, gewoond hebbend te Vorstenbosch aan haar kinderen Elisabeth, Barbara en Catharina van den Bogert een geringe erfenis is aangekomen, welke niet verdeeld kunnen worden door de grote groep mede-erfgenamen, zodat ze moeten worden verkocht om te kunnen delen.

144 Jan van der Donk, wonend te Delfshaven verklaart in kwaliteit van mede-erfgenaam van boedel en nalatenschap van wijlen Jan Jansen van den Bogert en Johanna Jansen Schonk weduwe Albertus Pijnenburg indertijd echtelieden geeft volmacht aan Johannes van Oorschot, wonend te Heeswijk en Willem Leendert Broex, secretaris te Nistelrode om de taxatie van de goederen gade te staan en met mede-erfgenamen zaken te verkopen.