Felix Bosch was van september 2022 t/m januari 2023 gastonderzoeker bij het BHIC in het kader van onze Fellowships. Hieronder lees je daar meer over. Ook vind je hier de eindresultaten.
De Brabantse jonkheer A.F.O. (Alexander) van Sasse van Ysselt (1852-1939)
De 27-jarige Felix Bosch, afgestudeerd aan de Universiteit Leiden (Research Master History) en daar nu als docent werkzaam, doet onderzoek naar de Bossche volksvertegenwoordiger Jonkheer A.F.O. (Alexander) van Sasse van Ysselt (1852-1939). Van Sasse van Ysselt kende als rechter een rijke carrière, produceerde bijna 300 publicaties over de Brabantse geschiedenis en was bovendien actief als raadslid in ‘s-Hertogenbosch, Brabants Statenlid en Tweede Kamerlid – en dat alles gelijktijdig, decennialang. De 'volstrekte onafhankelijkheid' waar deze politieke vertegenwoordiger om geprezen werd, paste bij zijn rechterlijke betrekking en status als edelman. Tegelijkertijd spande hij zich in het bijzonder in voor zijn ’s-Hertogenbosch en Brabant, wat hem volgens dagblad De Tijd 'ontzaglijk populair' maakte 'tot in de diepe lagen, geledingen, kringen en groepen der bevolking'.
Elitair of Egalitair?
Felix onderzoekt hoe Van Sasse van Ysselt balanceerde tussen deze adellijke onafhankelijkheid en lokale vertegenwoordiging. Hij bestudeert hierbij onder meer de relatie van zijn buitenparlementaire werk tot zijn lokale nabijheidspolitiek.
Tijdens zijn studie verdiepte Felix zich in de geschiedenis van politieke cultuur. 'Ik hield mij vooral bezig met politieke vertegenwoordigingsidealen in Nederland, zowel op het nationale niveau als in de gemeentepolitiek.' Na zij afstuderen werkte hij aan de Radboud Universiteit, waar hij onderzoek deed binnen verschillende projecten rond het thema politieke representatie. Zijn interesse hierin komt mede voort uit een hedendaagse maatschappelijke belangstelling, vertelt hij. 'Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 raakte ik gefascineerd door de manier waarop lokale partijen zich als “dicht bij” de burger profileren, waarbij zij hun plaatselijke identiteit en een persoonlijke benadering benadrukken.' Eerder al onderzocht hij de ontwikkeling van dit vertegenwoordigingsideaal tussen 1974 en 2018. Vervolgens verschoof zijn aandacht naar de periode rond 1900, die volgens hem cruciaal was voor de vorming van onze moderne politiek. In dit kader schreef hij een scriptie over de Drentse liberaal Harm Smeenge.
Lokale vertegenwoordiging in Nederland rond 1900
Met zijn onderzoek naar Van Sasse van Ysselt wil Felix meer inzicht krijgen in lokale vertegenwoordiging in Nederland rond 1900. 'Ik geloof dat er in deze periode sprake was van een sterk onderbelichte ontwikkeling, waarbij een substantieel aantal nationale volksvertegenwoordigers een politiek voerde op basis van lokale nabijheidsrelaties tot hun achterban. Hierbij maakten zij nadrukkelijk gebruik van hun ervaringen in lokale en provinciale parlementen. Van Sasse van Ysselt wil ik als casus gebruiken om deze vertegenwoordigingstraditie vanuit Brabants perspectief te onderzoeken', aldus Felix.
Het is Felix' ambitie om op dit onderwerp te promoveren. 'Een fellowship bij het BHIC is de perfecte gelegenheid om dit plan ten uitvoer te brengen. Het geeft mij de kans om als recent afgestudeerd historicus mijn eigen onderzoeksproject op te starten, waarmee het een belangrijke stap betekent in mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling.'
Tijdens zijn studie verdiepte Felix zich in de geschiedenis van politieke cultuur. 'Ik hield mij vooral bezig met politieke vertegenwoordigingsidealen in Nederland, zowel op het nationale niveau als in de gemeentepolitiek.' Na zij afstuderen werkte hij aan de Radboud Universiteit, waar hij onderzoek deed binnen verschillende projecten rond het thema politieke representatie. Zijn interesse hierin komt mede voort uit een hedendaagse maatschappelijke belangstelling, vertelt hij. 'Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 raakte ik gefascineerd door de manier waarop lokale partijen zich als “dicht bij” de burger profileren, waarbij zij hun plaatselijke identiteit en een persoonlijke benadering benadrukken.' Eerder al onderzocht hij de ontwikkeling van dit vertegenwoordigingsideaal tussen 1974 en 2018. Vervolgens verschoof zijn aandacht naar de periode rond 1900, die volgens hem cruciaal was voor de vorming van onze moderne politiek. In dit kader schreef hij een scriptie over de Drentse liberaal Harm Smeenge.