Archieven

35 Rekest van Adriaan Draak drossaard van de heerlijkheid Geldrop in kwartier Peelland inhoudende dat ofwel bij iteratieve plakkaten van het land en speciaal het plakkaat van de Ho: Mo: van 14 april 1649 o.a. zeer strikt was verboden het doen van een collecte voor of ten behoeve van roomse kerken, zgn. geestelijke colleges, of conventen; dat de resolutie van 19 juli 1730 officieren gelast met alle mogelijke nauwkeurigheid te letten en tevens te weren de collecten onder de roomsgezinden, geschiedende door het zetten van bussen op zgn. helige plaatsen of kerkhoven, het omlopen aan de huizen en dergelijke, waardoor de onnozele ingezetenen uitgeput en aan de lasten van den lande onnut gemaakt worden, dat echter een zekere Didacus Constans, zijnde een monnik van het convent of klooster der minderbroeders van Weert in het Overkwartier van Gelderland zich niet had ontzien om op 6 juni 1735 binnen de heerlijkheid Geldrop en om niet herkend te worden zich vermomde door het afleggen van zijn monnikskap en het aantrekken van een blauwe kiel, aldaar langs de huizen ging en voor het klooster bedelde of een collecte te doen; de suppliant verzoekt nu om de kapelaan te Eindhoven genaamd Van den Berg en de pastoor van Dommelen bij Valkenswaard, beiden leden van het genoemde klooster te Weert, op straffe van suspensie [= schorsing] van hun dienst, gelieven te gelasten en te effectueren en te zorgen, dat de suppliant als drossaard der heerlijkheid kan bekomen een behoorlijke voldoening van het vonnis door hem en schepen van Geldrop op 15 september 1735 ten laste gelegd aan voornoemde Didacus Constans en de daarmee gepaard gaande kosten – zie ook folio 107 verso