Extract via de griffier van de leen- en tolkamer in kwartier ’s-Hertogenbosch als openbaar notaris gekopieerd uit het origineel document van Joffrouwe Elsbena genoemd Elsken Strick dochter van wijlen Lambert Strick en voor openbaar notaris Nicolaes van Niehoff gepasseerd op 8 februari 1645. Zij ordineert dat haar erfgenamen zes maanden na haar overlijden een rente van 1000 gulden zullen beleggen in de vorm van een beurs om daarmee een student te onderhouden van haar geslacht van Strick studerende in de Latijnse taal en daarmee in de Godheid [theologie] om tot een prekant in de gereformeerde religie te worden opgetrokken, waarvan de student zal genieten zo lang hij in de Bossche Illustere School of in een of andere universiteit van de Geunieerde Provincien studeert, welke beurs gegeven zal worden aan de armste vrienden. Als collateurs stelt ze aan de oudste zoon van het geslacht van haar erfgenamen en diens nakomelingen en de president vn de schepenbank van ’s-Hertogenbosch en mocht de stad wederom geraken onder het gezag van de Spaanse Koning dan zal deze fundatie eeuwig blijven bestaan en verbonden blijven aan het Geesthuis, het Groot Gasthuis en het Weeshuijs, ondertekend door W.Schuijl notarius publicus en accordeert met het origineel met handtekening van Pr. van Medenblick – voorts volgt een overzicht van de inkomsten van deze beurs van Elsbena Strick nl. van de stad ’s-Hertogenbosch 900 gl. tegen 45-0-0 en van Marten de Guliker uit zijn huis in de Vuchterstraet 100 gl. tegen 5-0-0 – samen 50-0-0