Archieven

283 Jenneken en Meriken dochters van wijlen Jan Adriaens de Cort door deze Jan verwekt bij diens vrouw wijlen Merieken Jacob Meus, verder Antonis Adriaens de Cort en Jan Cornelissen als voogden over de twee minderjarige kinderen van wijlen Melsen ook zoon van genoemde Jan de Cort en Meriken, verder Adriaen Gerits als man van Jenneken dochter van Joost Diercks verwekt bij wijlen Catelijn ook dochter van genoemde Jan de Cort en Meriken, hebben een deling aangegaan van het bezit dat ze van hun ouders hebben geerfd. Genoemde Jenneken krijgt een stuk teulland groot ca. een zesterzaad van 50 roedes, gelegen te Boxtel onder Tongeren, ter plaatse genoemd het Egelsvoort, belendend Huijbert Jacops, de gemeijnte van Zelissel, Eijmert Ariens. Daaruit jaarlijks 4 en een halve stuiver en een duit als chijns aan de heer van Boxtel te betalen. Genoemde Merieken krijgt een stuk erf deels teulland en deels groesland groot ca. 5 lopenzaad en 20 roedes, gelegen te Boxtel onder Tongeren, ter plaatse genoemd het Egelsvoort, belendend de minderjarige kinderen van Melsen Janssen dat ervan is afgedeeld, Adriaen Gerits ook ervan afgedeeld, Huijbert Jacobs, de gemeijnte. Nog krijgt ze een halve dagmaat hooiland genoemd de Scheijtplacken, die met 4 andere percelen worden gewisseld. Daaruit jaarlijks 19 stuivers te betalen uit een grotere rente van 12 gulden aan de H. Geest in Den Bosch. Genoemde Antonis Adriaens de Cort en Jan Cornelissen ten behoeve van de kinderen krijgen een stuk erf deels teulland en deels groeslant, groot ca. 5 lopenzaad en 20 roedes, gelegen te Boxtel onder Tongeren, ter plaatse genoemd op het Egelsfoort, belendend Meriken dochter van Jan Adriaens de Cort dat ervan is afgedeeld, Huijbert Jacops, de gemeijnte. Hieruit jaarlijks 19 stuivers te betalen uit een rente van 12 gulden aan de H. Geest, verder een vastenavondhoen per jaar aan de heer van Boxtel. Dit lot moet de helft van het moer (veen) dat daar in de grond ligt de komende twee jaar uit de grond halen.