Mijn Studiezaal (inloggen)5120.53 Index schepenprotocol Berlicum (5120.53)
97 Kijnderen Jans Thomas Lambertss.
Jan Thomas Lambertss weduwer van Anna zijne ierste huijsvrouwe dochter Gerart Rutten ende man van Aelken zijne tweede huijsvrouwe, heeft allen alsulcke tochte als hem ennichsins is competerende inde goederen die hij is besittende van wegen sijne ierste overledene huijsvrouwe ende voorts allen goederen soe van zijnen wegen als van wegen zijne tweede huijsvrouw te weten huijs, hoff ende allen zijnen aenliggende erffenissen ende goederen hem ennichsins competerende; overgegeven aan Jannen ende Mathijssen zijne zoonen, Joost Arien Siongers als man van Otken dochter Jan Thomas voors, Michielen Goijaertss als vader van Ariken zijne dochter verweckt bij Jenneken dochter Jan Thomass zaliger sijne huijsvrouwe alle zijne wittige naekijnderen bijde voirs Aelken zijne huijsvrouwe verweckt, Lucassen ende Claessen gebroederen, Henricken Ariens als man van Anna zijn huijsvrouwe drie wittige kijnderen Jans zoone Jan Thomas de jonge ende Mechtelden dochter Jans Thomas achtergelaeten weduwe van Claes Jan Wellens haeren iersten man ende Marten Deliss haeren tweeden man, beijde voerkijnderen geweest zijnde van Jan Thomass verweckt bij Anna zijne ierste huisvrouwe voers, altsamen zijne wittige kijnderen ende erffgenaemen.
Testes Arien Rutten ende Marten Goijaerts.
Jan Thomas Lambertss.
Die voirs kijnderen ende erffgenaemen Jan Thomass hebben gelooft dat elck van hen hooft voer hooft den voors Jannen Thomass ende Aelken zijnder huijsvrouwe hunne ouders alle jaer zullen betaelen soe lange die voors Jan Thomas oft Aelken voirs inden leven zal zijn alle jaer 12 carolus gulden, 5 sester roggen ende 3 sester boeckweijts ende noch elck 5 vierdel lange leverbaer rijs tot hunder alimentatien, hunnen leefdach ende nijet langer; onder conditie als een van hun beijden compt te sterven ende afflijvich te wordden, dat alsdan elck een dorde deel vande voors perchelen van alimentatie sal corten ende innen.
Actum et testes ut supra.
Jan Thomas Lambertss weduwer van Anna zijne ierste huijsvrouwe dochter Gerart Rutten ende man van Aelken zijne tweede huijsvrouwe, heeft allen alsulcke tochte als hem ennichsins is competerende inde goederen die hij is besittende van wegen sijne ierste overledene huijsvrouwe ende voorts allen goederen soe van zijnen wegen als van wegen zijne tweede huijsvrouw te weten huijs, hoff ende allen zijnen aenliggende erffenissen ende goederen hem ennichsins competerende; overgegeven aan Jannen ende Mathijssen zijne zoonen, Joost Arien Siongers als man van Otken dochter Jan Thomas voors, Michielen Goijaertss als vader van Ariken zijne dochter verweckt bij Jenneken dochter Jan Thomass zaliger sijne huijsvrouwe alle zijne wittige naekijnderen bijde voirs Aelken zijne huijsvrouwe verweckt, Lucassen ende Claessen gebroederen, Henricken Ariens als man van Anna zijn huijsvrouwe drie wittige kijnderen Jans zoone Jan Thomas de jonge ende Mechtelden dochter Jans Thomas achtergelaeten weduwe van Claes Jan Wellens haeren iersten man ende Marten Deliss haeren tweeden man, beijde voerkijnderen geweest zijnde van Jan Thomass verweckt bij Anna zijne ierste huisvrouwe voers, altsamen zijne wittige kijnderen ende erffgenaemen.
Testes Arien Rutten ende Marten Goijaerts.
Jan Thomas Lambertss.
Die voirs kijnderen ende erffgenaemen Jan Thomass hebben gelooft dat elck van hen hooft voer hooft den voors Jannen Thomass ende Aelken zijnder huijsvrouwe hunne ouders alle jaer zullen betaelen soe lange die voors Jan Thomas oft Aelken voirs inden leven zal zijn alle jaer 12 carolus gulden, 5 sester roggen ende 3 sester boeckweijts ende noch elck 5 vierdel lange leverbaer rijs tot hunder alimentatien, hunnen leefdach ende nijet langer; onder conditie als een van hun beijden compt te sterven ende afflijvich te wordden, dat alsdan elck een dorde deel vande voors perchelen van alimentatie sal corten ende innen.
Actum et testes ut supra.
Vervolg:
Nota dat is bescheijden dat Jan Tomass sijnen leefdach inde wtcamer zal mogen wonen ende den hoff met vier appelbomen mogen gebruijcken. Actum ut supra.
Persoon in schepenakte:
Datering:
1-7-1596
Pagina:
66r-66v
Plaats:
Berlicum
Toegangsnummer:
5120
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd