Archieven

108 Juffrouw Anna Maria van Deurssen dochter van Henrick van Deurssen is verleend een jaarcijns van 5 Carolusgl. uit een stuk akkerland 3 lop. te Schijndel in den Bogaert naast Adriaan Jan Peters, Gerart Corsten; idem uit een stuk akker- en weiland 3 mergen groot int Liessent naast Gijsbert Daniels, Adriaan Goijaerts, welke cijns Jan zoon van wijlen Goijaert van den Bogaert had verkocht aan Hendrik van Deurssen notaris volgens een schepenbrief van 23 oktober 1657; idem een cijns van 6 Car.gl ieder jaar te betalen op 20 maart uit een stuk land int Hermalen naast Peterken weduwe van Peter Hendrik Aerts en de straat welke cijns Jan zoon van wijlen Matijs Jan Willems uit Schijndel had verkocht aan meester Marten van der Haigen volgens een schepenbrief dd.b20 maart 1627, welke twee cijnzen Anna Maria had verkregen via een erfdeling tegen Maria Anna van Deurse haar zuster aangaande 1/3 in de helft als wijlen Wilhelmus van Deurssen toebehoord heeft en was nagelaten door Hendrik van Deurssen zoals beschreven in een deelbrief gepasseerd voor notaris Jacob de Bije dd. 23 februari 1692en het geheel is wettelijk overgedragen aan Wilhelmus van Lier mede t.b.v. Adrianus van Lier zijn zoon – Bossche schepenen Christoffel Reits en Frederik Hendrik Sweerts opgenomen in het boek van Cattenburg – geregistreerd Willem Roessing, Hendrick Minten en G. de Jongh