Mijn Studiezaal (inloggen)7040.420 Index schepenprotocol Cuijk (7040.420)
18 De 27e Juni 1737 compareerde voor mij Hendrik Bernts, notaris te Grave in tegenwoordigheid van getuigen Maria Heijnen wed. Jan Francis van Ewick, wonende alhier. Zij verklaart dat alle voorgaande testamenten niet zullen worden uitgevoerd. Zij wenst een christelijke begrafenis en disponeert al haar tijdelijke goederen aan haar kleinzoon Johannes Lambertus Grutter, zoon van Willem Grutter en de dochter van testatrice Elizabet van Ewijk. Genoemde Johannes Lambertus Grutter zal zijn universele erfgenaam met het volste recht met de nagelaten goederen te doen en te handelen als zijn eigen vrije goed, met dien verstande, dat ingeval testatrice mocht komen te overlijden tijdens de minderjarigheid van haar kleinzoon alle goederen zullen worden beheerd door Jan Grutter, oom van Johannes Lambertus Grutter. Opdat haar goederen gedurende minderjarigheid van haar kleinzoon op de juiste wijze zullen worden geadministreerd verklaart testatrice te benoemen tot toeziend voogd Johannes Versluijs met de macht om bij ziekte e.d. van Jan Grutter de administratie te voeren. Mocht Johannes Lambertus Grutter meerderjarige leeftijd bereiken of tot huwelijkse staat komen zullen de nagelaten goederen aan hem overgaan. Verder wenst testatrice dat haar kleinzoon na haar dood in het huis zal blijven wonen met een meid of met iemand, die hij bij hem zal willen hebben om hem te dienen naast zijn momboir en zullen de voogden verplicht zijn hem te geven wat hij nodig mocht hebben voor huishouding, kleding en zakgeld. Ook met het verzoek en de wens, dat bloedmomboir na haar dood in het sterfhuis zal wonen en bewind van haar nalatenschap zal hebben. Hij zal daarvoor genieten kost en huisvesting en 60 gulden jaarlijks zo lang zijn administratie zal duren. In geval, dat haar kleinzoon meerderjarig is en hij de aangestelde bloedmomber niet langer in kost- en huisvesting wil hebben,
Vervolg:
moet hij hem jaarlijks 75 gulden geven zonder kost en in het geval de bloedmomboir mocht trouwen en zo uit testatrices huis mocht geraken, dan zal haar kleinzoon hem jaarlijks betalen 60 gulden, welk pensioen in alle gevallen zo lang zal duren als hij de administratie van haar goederen zal hebben. Mocht Johannes Lambertus Grutter buiten huwelijk of zonder erven na te laten komen te overlijden dan en niet eerder zal testatrice in zijn plaats benoemen de volgende personen: haar neven en nichten, hoofd voor hoofd tot haar als tante of oudtante en wel: dochters van testatrices zusters: Maria Anna van Erp wed. van architect du Bois en Johanna de Cleijn vrouw van Joost Ceelen, Ester Anna Maria du Bois, dochter van Maria Anna van Erp, Hendrik de Kleijn, Johanna de Kleijn, Jan de Cleijn, Catharina de Cleijn, Fransis de Cleijn, Margarita de Cleijn, Willem van Nuijs, Engel van Nuijs, Mattijs van Nuijs en Jan van Nuijs, met dien verstande, dat indien enige van genoemde erfgenamen vóór Johannes Lambertus Grutter mochten overlijden de portie van hen zal toevallen aan overigen. Testatrice wil, dat in geval enige der aangewezen erfgenamen vóór haar kleinzoon mochten overlijden, de kinderen in de plaats van hun ouders treden door het recht van representatie zonder dat dit recht wordt uitgebreid als tot die kinderen. Alleen ten aanzien van testatrices 2 dochters van haar zusters: Maria Anna van Erp en Johanna de Cleijn wil testatrice, dat in geval van vooroverlijden kinderen na zouden laten, die kinderen en kindskinderen de porties van hun ouders zullen genieten, met last aan haar nicht Ester Anna Maria du Bois geen van der geërfde goederen te verkopen, gedurende het leven van haar moeder Maria Anna van Erp. Aldus gedaan en gepasseerd te Grave in aanwezigheid van David Ragaij secretaris der stad en Theodorus Fransis Versluijs als getuigen. Accordeert met de uitgegeven acte Grave 25 maart 1763.
Persoon in schepenakte:
Datering:
09-09-1793
Pagina:
49-58
Soort akte:
Registratie
Plaats:
Cuijk
Toegangsnummer:
7040
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd