Archieven

46 Maria Isabella van den Steen maakt haar testament. Dat wordt geschreven door secretaris Schenarts. Ze wil begraven worden in de parochiekerk van Sint Merten te Weert, net als haar ouders. Ze wil 1000 requiemmissen en Petrus Livinus van Halen, de huidige rector van het Onze Lieve Vrouwenaltaar moet op haar sterfdag en op die van haar moeder een plechtige hoogmis doen. Ze legateert hiervoor 200 patacons. Ze legateert 100 patacons aan de huisarmen alhier; nog 100 patacons ter versiering van het Onze Lieve Vrouwenaltaar; 50 patacons aan Marie Agnes, dochter van borgemeester Wilhelmus Frencken; en nog haar beste zilveren doos. Nog 50 patacons aan Jenne Gerits, zuster van haar dienstmaagd voor getrouwe diensten. 100 patacons aan Marie Gerits, haar dienstmaagd voor haar goede diensten en oppassen. En nog haar oude kleding, 12 hemden en 12 servetten, 3 paar slaaplakens en 3 paar custiecken. Nog 100 patacons voor het maken van het orgel in de parochiekerk. Haar juwelen moeten worden verkocht en van de opbrengst moet een kelk worden gemaakt voor het altaar van Onze Lieve Vrouw. Het restant kan worden besteed door rector van Halen. Haar beste zwarte kleed mag worden vermaakt tot een ornament voor de lijkdienst. Haar beste gekleurde kleed gaat naar het genoemde altaar. Ze benoemt Petrus Livinus van Halen tot haar enige erfgenaam.
Op 24-09-1742 is testatrice overleden. Petrus Livinus van Halen roept de schepenen en de secretaris van Weert naar het sterfhuis om het gesloten testament te openen. Het is gezegeld in aanwezigheid van Servaes Frencken en schepen Joannes Cogels. Bij de opening waren aanwezig schepenen Laurentius Bocholts en Christianus van Breugell.
Op 23-09-1742 heeft testatrice, enigzins onpasselijk, haar gesloten testament aan de schepenen overgegeven.