* aan zijn vrouw Metken 150 gulden die zij ingebracht heeft, voor het vruchtgebruik en haar zoon Hanrick voor het erfrecht, Metken mag hiervoor 'een stuck lants genoempt de Braeck' gebruiken, totdat zij die 150 gulden 'wederom heeft'
* aan zijn vrouw Metken die 25 gulden die Hensken Jan Melis schuldig is te betalen
* en ook 'een geheyseltde koey'
* aan zijn voordochter Metken 50 gulden die Hanrick Jans van Schyndel schuldig is te betalen
* aan zijn vrouw Metken en zijn voordochter Metken 'allen de schaeren die nu tegenwoordich op syn erffenisse staen ende allen het hoij ende de schaeren van het lant welck noch te sayen is, tsamen te deijlen ende tsamen daer teghens de schult te betaelen'
Getuigen: Willem Hanrick Dierckx en Laureyns Ariens