Arien Gheysbers als man van Sofia krijgt toebedeeld 'een huys, hoeff, boemgaerde met den aengheleghen laende', gelegen aen Toershout, 'met de gerechtheyt ende poeterye dyen aengaende, gelyck 'tselve affgepaelt is'
* e.z.: het goed van Handrick Peter Hans, mede-condivident
* a.z. en e.e.: het goed van Jan Willems van den Gruenendael
Het goed is belast met:
* een erfcijns van 9 gulden aan Eercken Strick ten Boes
* een erfcijns van 5 gulden aan Peter Goerdts tot Hessick
* doorgestreept bijschrift: een gebuercheyns van 2 blancken aan de nabueren van Vechel
Ook 'een lopensaet landts ende drie roeyen, aff te meten van een stueck landts aen den deyck'
* e.z.: het goed van Anthonis Jacophx
* voorts: de mede-condividenten
Met de voorwaarde 'dat het esthuys op het voirschreven erffeniss staende met den baeckhoeven desen ende Handrick Peter Hans, syne mede-condivident, tsamen onbecrondt syllen gebruycken soe langhe het dueren sal'.
Getuigen: Maerten Meus Janssen, Thonis Jacops en Symon Willems, schepenen