* ze beveelt haar zoel aan bij God en wil dat na haar dood haar lichaam op de gebruikelijke plaats begraven zal worden
* ze legateert aan haar zoon Aert Claessen een bedrag van 100 gulden 'op obligatie staende aen Willem Bartholomeussen'
* ook 50 gulden 'staende aen Jan Peters tot Uden opt Duijfhuijs, procederende van gheleent gelt'
* ze legateert aan haar zoon Geraert Claessen, en Art Jan Ariens van Helvoort als man van Aeriken, samen 100 gulden, 'oock staende op obligatie aen Willem Bartholomeussen'
* ze legateert aan Lendert Lendersse als man van Emken 60 gulden, 'staende aen Jan Hendrick Ariens, hercomende van geleende penninghe'
* ze legateert aan de voorschreven Lendert 42 gulden,
* 'die welcke sij testatrice verclaert aen hun geleent te hebben, welcke legaten sij testatricen verclaert gelegateert te hebben door dijen sij bevindt dat hunne loten in den testamente met haeren man gemaeckt soo veel erger sijn als de loten van d' ander kinderen, ende te meer door dijen dat haeren man zaliger memorie de doot niet en hadden overvallen, sij testatrice ende haeren man het tselve testamente ter oorsacken van dijen soude hebben gerevoceert'
Getuigen: Gerit Roeffs en Peter van Valderen, schepenen. M. van der Sloot, secretaris
Bijschrift: de erfgenamen van Claes Gerijt van Soest beloven op 05-01-1665 100 gulden te betalen aan Aert Claessen, 20 gulden aan Geryt Claessen, en 20 gulden aan Aert van Helvoort, volgens bovenschreven codicille, waarvan Lenaert Lenaet zijn legaat heeft ontvangen. Getuige: Jacop van der Hagen