Archieven

111 Er is een kwestie gerezen tussen de voorkinderen van Handrick Janssen ter Aa verwekt bij Elisabeth zijn eerste vrouw en dochter van Laurens Goijaerts van der Schoot te voren weduwe van Aelbert Willem Dirckx aan de ene kant en Margriet, dochter van Everdt Aertssen weduwe van genoemde Handrick Janssen ter Aa aan de andere kant over de verkoop van enige eikenbomen deels staande op zekere leengoederen tot Onroij en ten dele op goederen tot Munsel genoempt het Eeusel onder Boxtel, die Handrick Janssen ter tochte bezat en het erfrecht was vervallen op zijn bovengenoemde voorkinderen en ook veroorzaakt door de verkoop van 1/8e deel van het voorschreven eeusel; ook was er een meningsverschil over de nagelaten goederen van Elisabeth, die was overleden en voorts over het bakken op een steenoven op de goederen te Onroij; daarom zijn voor de notaris verschenen Margriet met haar broer Handrick Evers en haar zoon Jan aan de ene kant en Peter Luijcas van Wasberch man van Jenneken, dochter van Handrick en Elisabeth; Marten Martens als vaderlijke voogd en Peter Claessen voogd van moederszijde over de minderjarige kinderen van Marten Martens verwekt bij Lijsken, ook een dochter van Handrick en Elisabeth; Jan Lamberts als vaderlijke voogd en Goijaert Jan Zegers als beëdigd voogd over de minderjarige kinderen van Jan Lamberts verwekt bij Catharina, dochter van Handrick en Elisabeth aan de andere kant. Uiteindelijk wordt een minnelijk akkoord gesloten, waarvan details staan vermeld. Getuigen te Boxtel: Peter Roeffens, oud-secretaris der baronie en Roeloff Bartholomeusse. In marge is akte vermeld d.d. 6-5-1661.

110 Door de hoogschout der stad ’s-Hertogenbosch is met de dijkmeesters van Den Dungen de schouw begaan (banschouw) op 17-6-1660 en zijn de geërfden aen de diepe straedt in de wandelinge genoempt de Helle te Den Dungen te repareren en op te hogen; Gerit Jacobs van Grinsven is daarbij gelast aan de noordzijde van de straat en Goijaert Goijaertssen aan de zuidzijde het gedeelte van die straat, die tussen hun land ligt half en half te maken, dus ieder voor de helft; beide heren sluiten hierover een akkoord in welk akkoord het klooster van de Eijckendonck wordt genoemd en ieder zal zijn eigen deel maken en onderhouden. Getuigen: Delis Janssen van der Steen en Frans Lamberts, beiden poorters van ’s-Hertogenbosch.

109 Thomas Gijsberts, inwoner van de baronie van Boxtel, die 4 jaar geleden uitdrukkelijk buiten huwelijk trouw heeft beloofd aan Maijken, dochter van Jan Aertssen, ook uit Boxtel en die bij haar dochtertje heeft verwekt en dat zonder enig tegenspreken, meegenomen had om het te onderhouden, zoals hij openlijk bekende; Maijken op haar beurt Thomas op 15 juni “in recht betrocken” voor de schepenen der baronie van Boxtel, verzoekende “te worden getrouwt”. Nu zijn Thomas en Maijken voor de notaris verschenen en hebben na tussenkomst van goede mannen een minnelijk akkoord gesloten met de volgende inhoud: “ Te weten alsoo Thomas Gijsberts die voirschreven Maijken is houdende ende kennende voor een eerlijcke persoon tot sgeens voirschreven door sijne percuasie [=aanrading, overreding] ende swaere belooften van trouwen gebrocht, dat die voirschreven Thomas Gijsberts binnen den tijt van vier ierstcomende jaeren, beginnende van huijden datum deses, sonder eenich vorder uijtstel gemelte Maijken sal trouwen ende aennemen voir sijne echte ende wittelijcke vrouwe ende met haer treden inden houwelijcke staedt dwelck die voirschreven Thomas Gijsberts mits dese wel duijdelijck is gelovende allegerende [=voortbrengende] tot redenen van dese dilaij ofte uijtstel, dat sijne moeder is eene oude vrouwe sijne hulpe ende dienst van doen hebbende, die in dese houwelijck tot noch toe geen consent heeft willen draegen, gelijck oock die voorschreven Maijken Janssen wedersijts gelooft binnen vier ierstcomende jaeren met gemelte Thomas Gijsberts wittelijck te trouwen allet met behoorlijcke stipulatie [=toezegging] in handen van mij notaris ten wedersijde bij partijen gedaen ende gelooft. Getuigen: Sr.Johan Deltsa(?), wijnkoopman te ’s-Hertogenbosch en Sr. Johan Brants (?) te Boxtel.

72 Jan Janssen Spierincx (68); Peter Rutten Mr. Peters (65) en Hendrick Willems van Beeck (60), inwoners van Den Dungen onder de vrijdom van ’s-Hertogenbosch en Marten Janssen Coolen (44) uit Berlicum met een verklaring t.b.v. Hendricxken, dochter van Ruth Handrick Janssen van Grinsven weduwe van Mathijs Delissen van Osch nl., dat Hendricxken de requirante samen met haar broer heer Henrick van Grinsven, presbiter na de dood van Ruth, hun vader een som geld hebben opgeëist van de voogden van Aeltien, minderjarige dochter van Emont Geraertss Stockhorst bij Willemken, ook een dochter van Ruth, die zelf voogd was geweest over Aeltien; ze hebben een akkoord gesloten te ’s-Hertogenbosch in de herberg “Den Grooten Valck” staende in de Hintemerstraet 3-4-1648 met slotformule met een bericht over quitanties die verbrand zijn. Getuigen: Jan Handrick Smulders en Anthonis Peters Smits.