Mijn Studiezaal (inloggen)178.107 Resoluties Staten-Generaal (178.107)
50 Rekest van de regenten van de heerlijkheid Asten in kwartier Peelland gelegen op de uiterste grenzen van de Meierij van ’s-Hertogenbosch i.v.m. de oprichting van een botermarkt [met details].
178.106 Resoluties Staten-Generaal (178.106)
13 Rekest van Jacobus Losecaat uit Asten in kwartier Peelland zijnde van de ware christelijke gereformeerde religie inhoudende dat Jan van den Boomen uit Lierop als naaste van den bloede van Petrus van den Einden fundateur van enige kleine beurzen onder de administratie vallende van ontvanger Theussink , voor 1/3 recht van collatie hebbende, in gevolge haar Ho: Mo: resolutie dd. 12 januari 1718, dezelfde had gegeven aan Balthasar Willem Losecaat zoon van de suppliant om de inkomsten daarvan te genieten gedurende 12 achtereenvolgende jaren , die het laatst waren genoten door Gijsbert Gualtherie zoals blijkt uit een akte dd. 8 februari 1768, verzoekende om approbatie van die collatie; rekest wordt doorgestuurd naar Theussink.
Persoon in schepenakte:
Datering:
dinsdag 23 februari 1768
Pagina:
92
Plaats:
Asten
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
106
[Aanvraagfuncties niet beschikbaar. ]
Bron:
Staten-Generaal
Geografische namen:
178.104 Resoluties Staten-Generaal (178.104)
35 Rekest van drossaard en schepenen van de heerlijkheid Asten in Peelland over de koophandel van eigen landproducten en de verleende octrooien om markten te mogen houden zoals boter- en weekmarkten waarbij o.a. worden genoemd Sint Oedenrode, Veghel, Oirschot en Valkenswaard en Asten vraagt in dit verband permissie voor een botermarkt. – zie folio 530
Datering:
donderdag 31 juli 1766
Pagina:
450
Plaats:
Asten / Sint-Oedenrode / Veghel / Oirschot / Valkenswaard / Asten
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
104
[Aanvraagfuncties niet beschikbaar. ]
Bron:
Staten-Generaal
Geografische namen:
178.101 Resoluties Staten-Generaal (178.101)
9 Missive van de Raad van State op een rekest van Simon van der Loverbosch uit Asten wiens huis was afgebrand op 13 mei 1762 en die om remissie en schadevergoeding had verzocht voor een periode van 15 jaren