Archieven

112 Volgens een resolutie van de Raad van 5 october 1656 hebben de heren van de meierij nog gesproken met en informatie ingewonnen bij de magistraat van ‘sBosch en rentmeester PIECK op het verzoek dat is gedaan door de Graaf van Bassigny de baanderheer van BOXTEL en LIEMPDE in een rekest van 23 september 1655. Hij beweert daarin dat zijn verzoek zeker niet tot nadeel maar eerder tot voordeel van de passanten uitpakt, als hij tol of weggeld heft ‘aen sijnen Casterschen molen van alle wagens ende karren passerende over den Casterschen molenwegh ende alsoo mede gebruijckende de bruggen van den selven molen, te weten van elcken wagen off kerre met een peert eenen stuijver, end emet twee peerden twee stuijvers mits blijvende alsoo den molenwegh off dijck tot eene gemeene baene ofte passagie publycq ende open voor ieder ende die wel onderhoudende’. Men gaat accoord tegen een recognitiecijns van 5 pond Bosch paijment aan de rentmeester der domeinen.

282 Rekest van de Graaf van Bassigny baanderheer te BOXTEL en LIEMPDE van 23 september betreffende het octrooi tegen een recognitiecijns van 5 pond Bosch payment aan de domeinen i.v.m. de heffing van weggeld of tol.

12 Rekest van Jacobus Petrus de Verieu stadhouder van de drossaard van Boxtel en Liempde.

23 Rekest van Mr. Gysbert van Beresteyn en Jacobus Petrus de Virieu beiden uit ’s-Hertogenbosch verzoekende dat haar Ho: Mo: de waarneming van het drossaardambt van de baronie van Boxtel en de heerlijkheid Limepde als ook het stadhoudersambt van het leenhof door de 2e suppliant voor een periode van 3 jaar te approberen; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken. – zie ook folio 378