Archieven

100 Voor mij notaris en getuigen verscheen Willem Jan Hendricks van Schijndel oud ca. 25 jaar, staande te goeder naam en faam bekend en heeft op verzoek van Jan Janssen Spierincks wonend in Den Dungen een verklaring afgelegd. Hij attestant is op 12 juni 1644 ten huize geweest van Jan Janssen de Weert en toen hij binnenkwam is toen Marten Tijssen en genoemde requirant moeten .... en Marten had een schop in de hand die de attestant hem afnam en daarna zei Marten tegen Jan en zijn gezelschap "gij schelmen, ik zal U bederven". De attestant verklaart dat hij de knecht was van Jan Janssen de Weerdt en daarbij aanwezig was en hij deze woorden door Marten Tijssen zo zelf heeft horen zeggen. De attestant is bereid zijn verklaring later onder ede te bevestigen. Aldus geschied in Den Dungen op 5 december 1644 in aanwezigheid van Goort Willem Cuijper en Jacob Mattijs Handricks. Ondertekend: Willem Jan Henricks, Goijaert Willem Cuijper, dit merk is van Jacob Mattijs Hendricks, quod attestor A. Grahame notaris.

91 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jan Janssen Spierincks oud 52 jaar en heeft op verzoek van Jan Mattijs Spierincks en zijn zuster Helena Spierincks en ten behoeve van Hendrick Claes Jan Deelissen een verklaring afgelegd. Ze verklaren dat ze elk hun deel hebben gehad in de "stoep"op de keer waar de dijk is, beginnend tussen Gestel en Den Dungen, volgens een perceelsgroottte van 4 lopenzaad, welke dijk voordat het dijkceduul was gezegeld, hij attestant verklaart te hebben geruild tegen Dirck Deelissen en daarvoor had aangenomen om 3 roedes en 13 en een halve voet dijk te onderhouden omdat deze Dirck Deelissen dacht dat hij was bedrogen en heeft daarom dit kontrakt afgesloten. De attestant is bereid om zijn verklaring onder ede te bevestigen.
Aldus geschied in Den Dungen in aanwezigheid van Jan Deelis Weijgergancks en Hendrick Geerts van Hannen als getuigen op 10 december 1644. Ondertekend: Jan Janssen Spierincks, J.D. Weijgergancks, Hendrick Gerits van Griensven, quod attestor A. Grahame notaris.

90 Voor mij notaris en getuigen verscheen Geert Jacobs van Griensven oud ca. 37 jaar, Jan Hendriks de Weerdt oud 50 jaar en Mathijs Claessen Weijgergancks oud 38 jaar, Hendrick Hendrick Deelissen oud 36 jaar, allen inwoners van Den Dungen en geloofwaardige getuigen en hebben op verzoek van Jan Martens, Peter Dirck Tunissen en Geert Seberts als borgemeesters van Den Dungen een verklaring afgelegd. Op 28 september 1644 is hier een grote partij soldaten gekomen vanuit Stevensweert onder bewind van luitenant Bartel van de Steen die die hier willden komen eten en drinken en dat Jan Martens als borgemeester aan luitenant van de Steen de sauvegarde liet zien die ons was verleend door de gouverneur en toen deze die had gezien, heeft die de sauvergarde-brief gehouden en gezegd dat hij die bij zich zou houden en zei tegen de borgemeester dat die aan hem een handschrift moest laten zien met diens handschrift en onder ede gedaan, hoewel deze sauvegarde ons geld had gekost en omdat de borgemeester dat weigerde heeft deze luitenant geantwoord dat als hij dat niet zou doen, dat hij dan 24 uur lang hier zou blijven zitten drinken en heeft de sauvegarde gehouden zodat de borgemeester door veel kwaaie woorden en dreigementen was gedwongen aan hem een briefje te geven wie ons deze sauvegarde wel had bezorgd, waar we die hadden gehaald en hoeveel ons dat had gekost. De attestanten verklaren nog dat als de luitenant had gehoord dat die sauvegarde door de heer kapitein Standa.. (?) was gegeven, hij gedreigd heeft dat hij die zou affronteren en hem met een roer in zijn nek zou slaan, als hij hem hier had getroffen en heeft toen met de sauvegarde-brief en zijn soldaten alhier gedronken en wel 168 kannen bier en een kan brandewijn en nog half de kost zoals de waardin ook kan getuigen. De attestanten verklaren dat ze daar zelf aanwezig waren en hebben gezien dat de luitenant deze sauvegarde-brief in zijn "boeset"stak. De getuigen zijn bereid hun verklaring onder ede te bevestigen.

88 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jan Claes Willems van Schijndel wonend in Den Dungen oud ca. 40 jaar en heeft op verzoek van Geert zoon van Jan Deelis Weijgergancks verklaard dat hij attestant afgelopen zondag zijnde 25 september ´s-nachts in de herberg is gekomen van Jan Hendricks van Griensven en dat toen net voor hem 2 jongelui weggingen zijnde zijn buren, met name Thijs zoon van Jan Mattijs Spierincks en Hermen Mijssen zijnde de knecht van Jan Mattijs Spierincks, en dat zij beiden naar het huis van Jan Deelis Weijgergancks zijn gegaan en daar met geweld op de vensters en de deeeeur hebben geslagen al roepend, vloekend en tierend dat ze er in wilden en hebben ook met geweld op de deur geslagen, zodat Geert als requirant in zijn hemd uit zijn huis is gelopen met wel zijn wambuis aan en zei toen tegen hem attestant dat hij daarin niet handtastelijk was geweest en heeft de requirant hem laten gaan zeggend hij attestant dat het genoemde Tijs en Herman waren die dat deden, welke Herman toen op hem requirant is toegelopen en heeft hem met geweld aangevallen. De attestant verklaart dat hij aan het venster met de dienstmeid heeft staan praten en dat zij met geweld op dat zelfde venster hebben geslagen. De attestanten zijn bereid hun verklaring later onder ede te bevestigen. Aldus geschied in Den Dungen in aanwezigheid van Goort Willem Cuijpers en Dirck Tunissen op 29 september 1644. Ondertekend: dit merk is van Jan Claes Willems, Goijaert Willems Cuijpers, dit merk is van Dirck Tunissen, quod attestor A. Grahame notaris.