Archieven

8 Amelia Cecilia Baronesse van Steenhuijs vrij freule van Heumen, Malden en Oploo, geassisteerd met Alexander Stuart Heer tot Heumen, Malden en Oploo haar gekoren momber heeft verkocht aan Marten Andriessen en Anna Peters e.l. een bouwhof genaamd de Grote Padtbroeck bestaande uit huis, schuur, bakhuis en verdere opstal met de moeshof en bij-en aangelegen bouwland onder St. Agatha met een zijde naast de Kleijne Padtbroek toebehorende aan Jan Claassen; de andere zijde en het ene eind aan de gemeente en het laatste einde op het erf van Dhr. de Breff. Evenals de schaarbossen, opgaande eiken, aanplant en verdere houtgewassen. Idem een hooi- of weikamp voorheen met een heg gescheiden geweest en nu tot één kamp gemaakt in de Heeswijcksche Campen aan het Peeckelharings hecken. Nog een hooi-of weikamp genaamd de Boeshegh onder Heeswijk. Tenslotte een hooi-of weikampje op de Lanckere onder Groot-Linden. De goederen liggen te St.Agatha, Heeswijk en Linden en comparante en haar voorouders bezaten die in eigendom, tegenwoordig bij Hendrik van Kesteren in pacht voor de som van 4000 Caroli guldens.

162 Op 30-7-1799 is voor notaris Andries Aukoop te Breda verschenen, Nicolaas Coenraad Schaumacher, wonende in Breda, hij machtigt Israel Daniel van Woelderen, wonende op Makken in het Land van Cuijk, om de boerderij genaamd de Geest onder Groot Linden, namens hem te verkopen.

Geapprobeerd huwelijkscontract tussen Teunis Jacobs, weduwnaar van Maria Hendrix Poos, bruidegom ter eenre en Metje Peters, weduwe van Willem Damen, bruid ter andere zijde.

Momboirs aangesteld over de onmondige kinderen van Maria Adriaens, weduwe van Jan Neujen.