Michiel Willems, schoenmaker van beroep, eerder borgemeester van Boxtel oud zijnde ca. 35 jaar, Willem Lenaerts ondervorster te Boxtel oud zijnde ca. 39 jaar, Mathijs Aerts, smid van beroep oud ca. 56 jaar en Antonis Segers, landbouwer van beroep oud zijnde ca. 52 jaar, allen inwoners van Boxtel, daartoe opgeroepen zijnde door de vorster en beedigd door Aert Leijten secretaris in afwezigheid van de schout en stadhouder van Boxtel, hebben nadat ze daarover zijn ondervraagd gezamenlijk het volgende verklaard. Omgeveer 5 jaar geleden deed het gerucht de ronde dat door een vrouw van Schijndel die in Boxtel brood bij de bakker kwam halen, werd gezien dat er toen paardendieven door Boxtel kwamen gereden met gestolen aardappels en dat ze zich hadden verstopt in een hooiveld in Schijndel. Zij als getuigen hebben toen op verzoek van de magstraat van Boxtel met andere inwoners, zowel te voet als te paard, deze paardendieven toen helpen vervolgen om hen die paarden af te nemen en verder te arresteren en in de gevangenis te brengen. Toen zij destijds met andere inwoners nabij Hermalen onder Schijndel waren gekomen en daar die paardendieven gewaar werden, zijn zij deponenten samen met 7 soldaten van het huis van Boxtel, waaronder een Lucas Lamberts als korporaal op dat huis, naar die paardendieven toegereden en zijn al de dieven en hun paarden gevangen genomen, behalve een die wist te ontsnappen met 2 paarden en hebben de dieven in handen van de officier en de commandeur overgedragen. Genoemde ondervorster verklaart nog dat destijds toen de opdracht daartoe door de magistraat werd gegeven ook Leon Conincx was gekomen als kommandeur op het huis die toen tegen de schout van Boxtel zei dat hij ter zake ervan zijn soldaten zou meesturen en dat hij toen direkt erna zijn soldaten daartoe opdracht was gaan geven. Datum 30 januari 1606.