Archieven

150 Johan van Campen, notaris als gemachtigde van de ouders van Johan van Breda en Anna Vinckx in procuratie brieven d.d. 16-5 voor schepenen der stad en heerlijkheid Weert heeft registreerd 2 hoeven land met de huizen, haverkamp en 2 heikampen genaamd de Estenbemt met7 strepen weide te Heesch.

7 Laurens van Spengler, schout bij nacht, generaal majoor bij de marine, weduwnaar en boedelhouder van Anna Geertruida Hummel verklaart t.b.v. hun dochter Frederica Magdalena Lamberta i.v.m. haar huwelijk met Frederick Hendrick Baron van Dedem, gedonateerd te hebben een landgoed, boerenhoeve of bouwhof te Haps, thans in pacht door Cornelis Hendriks, bestaande uit: huis, schuur, bakhuis, schop, varkenskot, moeshof en 10 mergen bouwland 4 mergen weiland; 2 ½ Mergen bouwland op het Schaar; aangelegen bossen met houtgewas; een perceel nieuw erf. Doende jaarlijks een schatting van F 24-14-10. Daarenboven zilver en meubilair, volgens memorie. Boete voor niet tijdig laten registreren. Akkoord te Cuijk 7-2-1809.

335 Heden de 29e Januari 1783 heb ik ondergetekende Landschrijver van het Land van Cuijk ter requisitie van J. Ruttee, alhier als rentmeester van Dhr. Baron van Overschie ten protocolle der Hoofdbank van Cuijk doen registreren zekere sententie d.d. 20 November 1782 door de Raad van Brabant, luidende als volgt:. Gezien in de Raad en Leenhof van Brabant en Land van Overmaze het request door of van wege Maximiliaan Emanuel Baron de Overschie en des H.Roomse Rijks, wonende in Oostenrijks Brabant, sustinerende de suppliant, dat diverse klampe tienden gelegen bij en onder Vierlingsbeek in het Land van Cuijk nimmer in handen van geestelijke personen en corpora geweest zijn,verzoekende dat dit door deze Raad zou worden verklaard en uitgewezen. Gezien ook alle zodanige documenten, stukken en bescheiden als door de suppliant tot fundament van zijn sustenu met het voornoemd request aan deze Raad zijn geleverd. Gelet op de consideraties en advies van de advocaat-Fiscaal van Brabant alles conform en ter voldoening aan het gestatueerde bij het 3e artikel van het Plakaat door de Hoogmog. Heren Staten Generaal der Verenigde Nederlanden d.d. 16 Januari 1778 gedaan. En voorts gelet op al hetgeen waarop te letten stond. De Raad verklaart de suppliant in zijn sustenu te zijn gefundeerd en dat hij als possesseur der tienden is vrij en exempt van te contribueren tot het bouwen, vernieuwen, repareren en onderhouden der kerken ten plattelande en de daaraan vast zijnde gebouwen met hetgeen daartoe behoort en breder staat vermeld in het voornoemde artikel van haar Hoogmog. plakaat van 16 Januari 1778. . Aldus gedaan te 's-Gravenhage door de Heren Nicolaas Hendrik van Hoorn, praeses, Willem van Laar, Frederik Willem Chion,Nicolaas Jacob Buteux, Antony Jan Rijgerbos, Nicolaas Willem Hartman, Poulinus Philippus, Henricus de Dompieres de Joncquieres, Antony Gerard Drijfhout en Daniel Jan Heijn Parré, Raden in de vermelde Raad d.d. 20 November 1782, Was getekend: C.A. Maclaine. Accoord met de

5 De erfgenamen van wijlen Andries Lax en Gijsberdina Bosch, el, gewoond hebbende te Rijkevoort geven toestemming en keuren goed de verkoop van huis, moeshof, en percelen bouw- en weiland door Anthoon Bosch als mede erfgenaam en gevolmachtigde.