tusschen Victor Bruijsten, Gerardus Bruijsten, Theodorus Bruijsten; Gerardus Bruijsten van den Bogaard als in huwelijk hebbende Catharina Bruijsten te Neerloon, Johanna Bruijsten te Ravenstein, hun mede fort en sterk makende voor de Heeren Petrus Johannes Bruijsten te Nieuwkuik en Jacobus Bruijsten te Bergeijk ten eene: en Maria Geertruij Willems weduwe Francis Reijs te Neerloon, ter andere zijde.
Door Reijnske Könings, weduwe van wijlen Antonius van Dinter, woonende te Berchem, en Adriaan van Dinter, bouwman woonende te Hees, gepasseerd, over de goederen van wijlen Antoin van Dinter, nagelaaten, te Hees, Oss en Lithoijen gelegen.
Door Antoon van den Akker Olijslager wonende te Herpen, ter eenre en 1° Hermanus Willem Elemans en Dorothea Remmers Echtelieden Landbouwers wonende te Huisseling, 2° Hendrik Remmers Landbouwer wonende te Herpen, 3° Jan van der Stappen Schoenmaker en Theresia van Gaal Echtelieden wonende te Berchem, 4° Jan Remmers Schipper wonende te Leiden en 5° Petronella Remmers, zonder beroep wonende te Herpen en ter andere Zijde, voor de Nalatenschap van wijle Sophia Remmers, overleden te Herpen
Door de Heer Jan Francis van Gulick in Zijne kwaliteit als Thesaurier van het gewezen Loterij fonds te Ravenstein, wonende aldaar, speciaal geauthoriseerd bij Besluit van de Edel Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Noord Braband, de dato vijfden februarij 1800 Vier en twintig en Hermanus Willem Elemans landbouwer wonende te Huisseling over eene Obligatie door Hendrik Elemans, Willem Elemans en Willemijn Wouters de twee laatstgemelde Echtelieden en wettige ouders van genoemden Hermanus Willem Elemans Schuldig bekend aan Geertruij van Boxtel indertijd wonende te Ravenstein onder borgtocht van Aeltje Teelen, weduwe van Hermanus Elemans en Wouter Elemans, welke obligatie aan gezegd Loterij fonds is overgegaan bij acte van cessie gepasseerd voor Schepenen van Maasland Lande van Ravenstein den zesden Junij 1700 twee en vijftig, zijnde dezelve obligatie per rest groot f. 200,-.