Archieven

107 Willem Adamss stadhouder der heerlijkheid Sint Michielsgestel, Aerdt Jacobss schepen aldaer, Jacop Jorissen (58) en Lenaerdt Adriaen Jacopss (50) die een verklaring afleggen ten behoeve van Peter en Handrick broers en Henricxken hun zuster, kinderen van wijlen Gijbert Peter Denis namelijk het volgende: dat Willem Adamss heeft verklaard dat hij op 12 januari 1646 in naam van de requiranten heeft te beurde gesteld een stuck ackerlants omtrent drij loopen ter plaetse genoempt Hezelaer de requiranten toebehorend, om dat te verkopen wat toen is ingezet door Aerdt Jacobss voor bedrag van 500 gulden met 80 slagen en het is uiteindelijk nagelaten aan Barbara Peter Denis wonende te Middelrode; Anthonis Peterss van Tardwijck was vorster in die dagen, de anderen bevestigen de lezing van de stadhouder. Getuigen Heijman Woutersen en Jan Arien Gerits van Bersse.

105 Jonkheer Herman van Middegael (80) wonend te Sint Michielsgestel en Jonker Dirck van Gerwen (40) wonende te Esch met een verklaring ten behoeve van Juffrouwe Helwich van Gerwen; Jonker Dirck verklaart dat in 1644 “ sonder den preciesen dach onthouden te hebben, maar nochtans seer wel wetende dat het was ten tijde dat Jonker Cornelis Prominck genoempt van Deventher werde gepromoveerd tot het hooftscautampt van Peelleandt, Joffrouwe ckAnna van Gerwen sijns attestants sustere huijsvrouwe van Jonker Cornelis Prominck voorschreven vergeselschapt met de susters van den selven Prominck ende huijsvrouwe Heere Isaack Falconarius bediener des goddelijck woordts, hem attestant heeft comen vinden Heirlaer onder de heerlijcheijt van St. Michielsgestel, hen biddende ende aensoeckende dat hij attestant met haar soude gaen bij Joffrouwe Heijlwich van Gerwen henne respective moije (=tante) omme deselve te helpen bidden ende bewillighen tot leenen van een onderpandt daerop de voorschreven Joffrouwe Anna oftwel haare man soude mogen opnemen een somme van duijsent gulden, dwelck den voorschreven attestant sijne sustere niet heeft willen weijgeren ende sijn alsoo tsaemen gegaen bij Joffrouwe (Joffe) Heijlwich voorschreven. Hunne moije die sij hebben gevonden omtrent den huijse van Jacob Henrickx binnen de heerlijkheid Gestel voorschreven, haer tgene voorschreven staedt aenleggende ende instantelijck biddende dewelck tsieve ten iersten heeft geweijgert ende geheeliijck afgeslaegen seggende dat sij dat niet soude doen, waer door de voorschreven Joffre Anna bitterlijck wenende ende claegende ten uijterste hieromme te sijn bemoijel (?) heeft den voorschreven attestant geseijdt, stelt u te vreden soos ij (?)ick u een pandt leveren, door welcke redenen ende traenen die voorschreven Joffre Heijlwich van Gerwen bedrogen sijnde heeft ten leste gelast dat sij een pandt soude leenen

104 Eijmerdt zoon van Eijmbert Lambers jongman (22) te Schijndel wonende bij zijn vader over een bezoek van deurwaarder Jan Lenarts van den Horck met Daniel van Kilsdonk in verband met een achterstallige contributie.

103 Anthonis Adriaens Smits (44) die verklaart dat hem als man van Margriet, dochter van Willem Emont Janssen “camp hoijlandts omtrent het Vechelsgadt“ toekomt, destijds verkocht vanuit Schijndelse gemeijnt welke kamp genoemde Willem nu bezit die zijn schoonvader had gekocht voor de helft van Dirck den Ketelaer in 1628 en de andere helft kocht hij van Lambert Peter Thonis in 1639 op 1 juli.